Het pleidooi van het CPB, het Centraal Planbureau, om de effectieve belastingdruk in het bestemmingsland als uitgangspunt te nemen voor de toekomstige bronbelasting op rente en royalty's zet geen zoden aan de dijk. Dat zegt Tax Partner Marlies de Ruiter van EY. “Een toets op de effectieve belasting is nagenoeg onuitvoerbaar en bovendien niet relevant bij doorstroom naar een ander doorsluisland. Focus op verdergaande internationale samenwerking is een stuk doeltreffender.”

Bronbelasting

Om te voorkomen dat Nederland nog langer door brievenbusfirma’s als doorsluisland wordt gebruikt, wil het kabinet in 2021 een bronbelasting invoeren van 20,5% op uitgaande rente-en royaltystromen naar laagbelastende landen. Deze jurisdicties kennen een statutair winstbelastingtarief van minder dan 9%. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft inmiddels een lijst samengesteld van 21 laagbelastende landen.

Ommezwaai

Als het gaat om bronheffingen zijn er eigenlijk twee visies, legt De Ruiter, Global International Tax Policy Leader bij EY, uit. “De visie dat bronheffingen met name voor ‘source jurisdictions’ een belangrijke bron zijn van belastinginkomsten op activiteiten (zoals rentestromen, royaltystromen en technische diensten) die vanaf dat land plaatsvinden. Daar tegenover staat de visie dat bronheffingen onterecht economische investeringen beïnvloeden omdat al belasting is geheven in het land waar de activiteiten plaatsvinden, oftewel er is geen extra heffing nodig. In voornamelijk westerse landen heerst de tendens van een zo laag mogelijke bronheffing om het verstorende effect op de economische geldstromen te beperken. Vandaar dat in belastingverdragen vaak een heel laag percentage op rente en royalty’s is opgenomen.”

“Nederland doorbreekt deze tendens met een nieuwe visie”, vervolgt De Ruiter. “Die visie houdt in dat als er nergens of heel laag winstbelasting wordt geheven, bronheffingen kunnen worden gebruikt om de kwalijke effecten van ‘tax havens’ te neutraliseren door alsnog belasting te heffen in de keten. In feite komt het neer op het volgende: we houden vast aan het Nederlandse algemene winstbelastingsysteem, maar als er geld stroomt naar landen waar winsten nagenoeg niet worden belast dan kan ons systeem belastingontwijking in de hand werken en dan gaan we over tot bronheffing.”

Effectieve belastingdruk

Volgens het CPB is de bronbelasting zoals voorgesteld door het kabinet niet effectief genoeg om belastingontwijking te bestrijden. In een publicatie pleit het planbureau voor een ruimere toepassing omdat financiële routes complex zijn met een aaneenschakeling van vaak meerdere doorsluislanden en mogelijke belastingparadijzen, waarbij Nederland slechts één schakel in de keten is. Het voor de bronbelasting aanknopen bij de werkelijk betaalde belasting over de rente- en royaltystroom in het andere bestemmingsland in plaats van het statutaire tarief van dat land, is volgens het CPB effectiever om het faciliteren van belastingontwijking via Nederland tegen te gaan.

Geen zoden aan de dijk

De toets van een effectieve belastingdruk zet volgens De Ruiter geen zoden aan de dijk. “Ik vind het verwarrend, niet relevant en onuitvoerbaar. Moet bijvoorbeeld worden gekeken naar de effectieve belastingdruk in de hele keten of alleen naar de eerstvolgende schakel? Het directe bestemmingsland na Nederland kan evengoed ook een doorsluisland (zoals Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Zwitserland) zijn en niet per definitie het uiteindelijke bestemmingsland. Bovendien is de effectieve belastingdruk in een doorsluisland niet zo relevant, want de rente- en royaltybetalingen stromen er enkel doorheen. Het gaat er juist om wat er daarna met de geldstromen gebeurt. Verder is het berekenen van de effectieve belastingdruk in een land uitvoeringstechnisch onuitvoerbaar. Dit is alleen per entiteit te berekenen en niet per land.”

Ook staatssecretaris Snel onderkent dit in zijn antwoorden op Tweede Kamervragen over de Nederlandse lijst van laagbelastende landen. Een effectieftarieftoets op rente en royalty’s leent zich volgens de bewindsman niet voor een benadering per land. Daarvoor is toch echt een case-by-casebenadering per belastingplichtige nodig. Voor iedere rente- en royaltybetaling moet dan worden berekend tegen welk effectief tarief deze betaling bij de ontvanger in een winstbelasting is betrokken. Dat vergt veel en hooggekwalificeerde toezichtscapaciteit van de Belastingdienst. Ook een forse inspanningsverplichting van belastingplichtigen om de effectieve belastingdruk boven tafel te krijgen, laat zich raden.

“Je moet niet naar het doorsluisland kijken, maar naar de landen waar de winsten neerslaan”, voegt De Ruiter nog toe. “Dat doet Nederland met de lijst van 21 laagbelastende landen.”

Verdergaande internationale samenwerking

De Ruiter kan zich wel helemaal vinden in het aanvullende pleidooi van het CPB dat verdergaande internationale samenwerking de manier zou moeten zijn om belastingontwijking tegen te gaan. Ook staatssecretaris Snel gaf in zijn recente toespraak op het symposium 'The End of Tax Havens?' aan een sterk voorstander te zijn van een gecoördineerde internationale aanpak.

“Internationaal zijn er al diverse effectieve maatregelen afgesproken”, benadrukt De Ruiter. Zij wijst op de ‘principal purpose test’ (PPT), een anti-misbruikbepaling in het multilateraal instrument waarmee bilaterale belastingverdragen kort gezegd in één klap kunnen worden gewijzigd. “Met de PPT en in de EU de ‘main purpose test’ hebben landen die zich zorgen maken over een ondermijning van hun grondslag of het onvoldoende kunnen heffen van winst- of bronbelasting, voldoende handvatten om misbruik in de keten van financiële geldstromen tegen te gaan. Vanuit die optiek is het niet noodzakelijk dat Nederland een eigen bronbelasting invoert. Met de politieke keuze voor deze extra stap geeft Nederland aan het buitenland wel een duidelijk signaal af niet langer een doorstroomland te willen zijn. Ook is de bronbelasting een proactieve maatregel zodat landen zelf geen actie hoeven te ondernemen via de lastig uitvoerbare PPT of met de ‘main purpose test’. Zo ondersteunt deze unilaterale maatregel wat internationaal al is afgesproken.”

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

16

Gerelateerde artikelen