Het Europese Hof van Justitie oordeelde onlangs in een Duitse zaak dat het lidstaten vrij is om een verbod voor niet-advocaten te hanteren om eigenaar te zijn van advocatenkantoren, omdat het al te fanatiek nastreven van financieel rendement zou kunnen botsen met de beroepsregels en maatschappelijke taak van de advocatuur. Zowel Nederland als Duitsland kennen een dergelijk verbod.

In de zaak (C-295/23) ging het om een Duitse jurist en ondernemer Daniel Halmer tegen de lokale orde van advocaten in München. Een Duitse rechter legde de zaak in 2023 voor aan het Europese Hof om te kunnen oordelen over het schrappen van Halmer als advocaat. De lokale orde gaf Halmer een beroepsverbod, nadat hij 51 procent van zijn kantoor verkocht aan een private-equityfirma. Halmer vocht dat aan maar kreeg geen gelijk van het hof, meldt het FD.

Advocatenkantoren moeten in handen zijn van advocaten en in meerderheid bestuurd worden door advocaten. Zowel binnen de Duitse als de Nederlandse advocatuur werd de zaak van Halmer daarom met argusogen gevolgd. In Nederland gaan namelijk al langer stemmen op om de advocatuur open te breken voor buitenstaanders. Een in oktober 2023 gepubliceerd rapport van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid pleitte ervoor om de advocatuur open te stellen voor externe aandeelhouders en bestuurders, schrijft de krant.

Bron: FD/Curia

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Ondernemingsrecht, Kantoren

335

Gerelateerde artikelen