Nederlandse rechters leggen relatief veel vragen voor aan het Europees Hof van Justitie. Vorig jaar werd 28 keer om uitleg of opheldering van Europese wetgeving gevraagd bij de hoogste rechter in de EU. De laatste vijf jaar gebeurde dat 167 keer. Alleen Duitsland (504), Italië (304) en Spanje (237) gingen ons land voor. België neemt de vijfde plek in met 157 zogeheten prejudiciële vragen.
Het jaarverslag van het hof in Luxemburg bevestigt verder dat de Europese Commissie Nederland maar zelden voor het hof sleept voor het niet-nakomen van wettelijke verplichtingen. Dat gebeurde de afgelopen vijf jaar slechts 2 keer, voor het laatst in 2017. België werd 8 keer gedaagd. Spanje voert die lijst aan met 20 zaken, gevolgd door Griekenland (17), Duitsland (16) en Italië (15).
Het hof en het onderliggende Gerecht van de Europese Unie kregen vorig jaar 1905 zaken voorgelegd, een record. In 2018 waren het er nog 1683. De rechters sloten in 2019 1739 zaken af, dertig minder dan het record van een jaar eerder. Volgens Koen Lenaerts, de president van het hof, is de toename van het aantal zaken "illustratief voor het feit dat de instelling een cruciale rol speelt bij de bevordering van de Unie als rechtsgemeenschap en de waarden waarop deze gebaseerd is".
Het aantal beroepszaken tegen uitspraken van het Gerecht daalde naar 41, mede omdat het hof vorig jaar een mechanisme aannam waardoor er minder worden toegelaten. Dat moet de hoogste rechtsprekende instantie in de EU in staat stellen "zich nog meer te focussen op zijn kerntaak, namelijk uitleggen van het Unierecht".
De gemiddelde behandelingsduur - 15,5 maanden voor prejudiciële zaken en ruim 11 maanden voor beroepszaken - is volgens het hof zeer bevredigend.
Fiscale arresten
In het jaarverslag wordt aandacht besteed aan twee bijzondere uitspraken van het hof in 2019: 'N Luxembourg 1 e.a.' en 'T Danmark en Y Denmark'. In die arresten liet het hof zich uit over het begrip 'uiteindelijk gerechtigde' tot interest of royalty’s.
Bron: Curia
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht