Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft de Belgische staat veroordeeld voor de trage gang van zaken in een belastingzaak tegen het modebedrijf Vegotex.

Dat meldt De Tijd, een zakelijke krant van onze zuiderburen. Het begon allemaal op 5 oktober 1995, toen het Vlaamse bedrijf bericht kreeg dat de fiscus een belastingaftrek over het jaar 1993 niet toestond en ook een belastingverhoging van 50 procent aankondigde. De aftrek had te maken met een aandelentransactie. De procedure van het modebedrijf eindigde pas in maart 2009 bij het Hof van Cassatie.

Vegotex stapte naar het Europese hof met de klacht dat de redelijke termijn in deze belastingzaak ruimschoots was overschreden. Het hof oordeelt dat alles onredelijk lang duurde, ook al was de zaak enigszins complex. Op dat vlak is het recht op een eerlijk proces, zoals bepaald in artikel 6 van het Europees Verdrag, dus geschonden. De rechter hekelt in zijn oordeel het trage optreden van de Belgische fiscus waarbij pas vier jaar en zeven maanden na 1995 het bezwaar werd behandeld, met als enige verklaring dat er een achterstand was. Ook met het feit dat de rechtszaak al in 2000 werd aangespannen en pas in 2009 eindigde, verdient de Belgische rechtspraak geen schoonheidsprijs.

Het modebedrijf vroeg nog een schadevergoeding van meer dan 600.000 euro op basis van de betaalde belastingen en misgelopen rente, maar het hof gaat daar niet op in. Het meent dat de vaststelling dat het Europees Verdrag werd geschonden, volstaat. De Belgische staat moet alleen het bedrijf 5.000 euro aan gerechtskosten terugbetalen, zo meldt het dagblad.

Bron: De Tijd

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

3

Gerelateerde artikelen