Het Europese Hof van Justitie geeft de Britse belastingdienst HMRC gelijk in een zaak die door Fenix International, het moederbedrijf van OnlyFans, was aangespannen. Op basis van de Europese btw-richtlijn is Only Fans btw verschuldigd over alle inkomsten die worden geïnd van de 'fans', en niet enkel over het bedrag dat wordt ingehouden bij de 'creators'.
Fenix int alle betalingen die creators bij hun fans in rekening brengen. Het stort het geld vervolgens door, maar houdt daarvan 20 procent in. Over dat deel betaalt Fenix btw aan de Britse overheid. De Britse belastingdienst stelde zich echter op het standpunt dat het platform voor erotische diensten btw moet betalen over het volledige bedrag dat het in naam van zijn creators int. Fenix was het daarmee niet eens en stapte naar de Britse rechter die prejudiciële vragen stelde aan het Europese hof. Het gaat om de periode tussen 2017 en 2020.
Eerder stelde Advocaat-Generaal Rantos in een advies aan het Europese hof de HMRC al in het gelijk over de heffingsgrondslag van de btw. Dat het Europese hof zich nu uitspreekt over een belastingkwestie van een land dat niet langer tot de Europese Unie behoort, komt omdat de Britse rechter de prejudiciële vraag indiende voor het einde van de transitieperiode na de Brexit.
In essentie betwistte Fenix een uitvoeringsbepaling (art. 9 bis EU-Uitvoeringsverordening 282/2011) die de EU op basis van de btw-richtlijn had aangenomen, maar volgens het Europees Hof is daar niets mis mee. Het bedrijf is om fiscale redenen in het VK gevestigd. De verwachting is dat fans over de hele wereld door de Britse btw-tegenvaller meer geld moeten gaan betalen.
De Europese zaak heeft nummer C‑695/20.
Bron: Curia
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting