PvdA Kamerlid Henk Nijboer heeft recentelijk een initiatiefnota voor verdere beperking van de renteaftrek in het kader van de financiering van overnames door private equity ingediend. Met de initiatiefnota beoogt hij maatregelen voor te stellen die gericht zijn op het bestrijden van excessen van private equity. Onder excessen verstaat hij onder andere het leegtrekken van bedrijven, het uitkeren van superdividenden aan aandeelhouders terwijl de onderneming wordt verzwakt en het in rekening brengen van hoge, ondoorzichtige kosten.
De nota bevat fiscale maatregelen, maatregelen om de positie van het personeel te beschermen, maatregelen om de transparantie te vergroten en maatregelen die voorkomen dat bedrijven ten onder gaan door roekeloos beleid. De fiscale maatregelen gaan over een renteaftrekbeperking die rente niet in aftrek toelaat bij overnameconstructies (artikel 15ad Wet VPB 1969). Het gaat kort gezegd om constructies waarbij bijvoorbeeld een buitenlandse groep een Nederlandse BV overneemt en daarna verkoopt aan een door de groep opgerichte Nederlandse overnameholding die de koopsom schuldig blijft. Daarna wordt een fiscale eenheid gevormd tussen de overnameholding en de BV. De door de overnameholding betaalde rente over de schuldig gebleven koopsom kan dan binnen de fiscale eenheid worden verrekend met de winst van de BV, zij het dat artikel 15ad daar een grens aan stelt.
 
De initiatiefnota bevat twaalf uiteenlopende voorstellen. De eerste drie zijn fiscaal van aard en gaan over bovengenoemde renteaftrekbeperking. Hieronder volgen de voorstellen die één op één zijn overgenomen uit de initiatiefnota:
 
1.Artikel 15ad Wet VPB 1969 kent een termijn van 7 jaren waarin steeds minder overnamerente in aftrek kan worden gebracht. Deze termijn is zeer eenvoudig te omzeilen door de overnamestructuur aan te passen. Dit moet gerepareerd worden;
2.Bankleningen die het overgenomen bedrijf zelf aantrekt in het kader van de overname, vallen niet onder artikel 15ad Wet VPB 1969. Dit lokt herfinanciering van de overnamesom uit op het niveau van het overgenomen bedrijf, hetgeen tegen de bedoeling van de wetgeving indruist. Dergelijke herfinanciering moet tevens onder artikel 15ad Wet VPB 1969 vallen;
3.Artikel 15ad Wet VPB 1969 is op grond van het overgangsrecht niet van toepassing op overnames die hebben plaatsgevonden voor 15 november 2011. Van dit overgangsrecht kan bij een doorverkoop worden geprofiteerd door de overnameholding met het bedrijf mee te verkopen. Dit dient tevens gerepareerd te worden;
4.Nederland dient aan te haken bij initiatieven van de OESO en de EU met betrekking tot groepsrente, maar daarbij tevens een regeling in stand te houden met betrekking tot excessieve externe financiering van overnames;
5.Bedrijven die door private equity zijn overgenomen mogen niet met hun eigen bezittingen garant staan voor de overnameschuld;
6.Bedrijven die door private equity zijn overgenomen mogen niet geld lenen aan de aandeelhouder als daarmee de overnameschuld wordt afgelost;
7.De positie van de OR bij overnames moet worden versterkt zodat de OR meer inzicht krijgt in de financiering van de transactie en kan controleren of de inhoud van het overname-advies van de OR in de plannen wordt meegenomen;
8.De OR moet zelfstandig informatie kunnen inwinnen bij de accountant;
9.De Tweede Kamer moet het kabinet om een visie vragen over de effectiviteit van bestaande bestuurdersaansprakelijkheidsbepalingen, inclusief eventuele claw-backbepalingen. Daarnaast kan worden bezien of de kring van personen die gebruik kunnen maken van het enquêterecht groot genoeg is om afdoende de belangen van werknemers en de samenleving te beschermen;
10.De evaluatie van de Wet belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen moet worden aangegrepen om de fiscale regels omtrent excessieve beloningen te moderniseren;
11.Pensioenfondsen dienen jaarlijks openheid te geven over de kosten en kostenstructuren behorende bij private equity investeringen;
12.Private equity fondsen moeten volgens standard reporting lines rapporteren, zodat fondsen beter inzicht geven in de kosten die ze maken en doorrekenen aan beleggers, als ook de eventuele inkomsten die ze ontvangen en in mindering gebracht moeten worden op de management fee.
 
Op de vraag hoe politiek haalbaar bovenstaande plannen zijn, antwoordt Nijboer in een interview (De Gelderlander, 24 augustus 2015) dat hij rekent op veel steun van collega-partijen, ook de VVD. Minister Dijsselbloem (Financiën) zou er eveneens positief tegenover staan. 
 

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen