"Ik heb fiscale economie gestudeerd, maar ik zeg altijd dat ik fiscalist ben", zegt Maiko van Bakel. "Ik voel me net zoveel jurist als econoom. Wat mij heeft aangesproken in de studie is de sterke verbinding tussen economie en recht. En het is een heel mooie combinatie."

Waarom koos je voor de studie fiscale economie?
"Toen ik mijn VWO-diploma haalde keek ik naar de vakken waar ik goed in was. Met economie en management en organisatie had ik de meeste affiniteit. Daarom ging ik bedrijfseconomie studeren. Tijdens het eerste jaar in Tilburg kregen we het vak inleiding fiscale economie van Henk te Niet, die in 2009 helaas veel te vroeg is overleden. Zijn bevlogenheid en de manier waarop hij dat vak gaf, met humor en met tastbare voorbeelden, triggerden mij om na het eerste jaar voor de fiscale richting te kiezen."

Werken bij PwC en de universiteit, publiceren, net gepromoveerd, een jong gezin, hoe combineer je dat allemaal?
"Ik werk vijf dagen per week bij PwC in een rol waar ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen klantenportefeuille. De rest komt erbij. Ik geef aan de universiteit geen vast vak, maar gastcolleges voor diverse vakken. Daarnaast doceer ik bij TIAS. Het is vaak echt zoeken om uren te vinden voor mijn wetenschappelijke rol. Dat is meestal in het weekend of in de avonduren. Maar het is nooit een straf.

Het is fijn om te kunnen nadenken over de uitwerking van het recht. Waar komen dingen vandaan, is het juist, is het rechtvaardig. Ik kan dat combineren omdat ik goed ben in timemanagement. Je moet weten wanneer je de tijd kunt nemen om meters te maken met je proefschrift en wanneer je er echt moet zijn voor je gezin, ook mentaal. Bovendien kan ik snel output genereren. Bedenken: dit is wat ik moet opschrijven. Dat helpt om mijn klanten goed te adviseren, te publiceren en dat niet ten koste te laten gaan van gezinstijd. En wat natuurlijk ook helpt is dat mijn vrouw twee dagen in de week thuis is voor de kinderen en hen ophaalt na school. Dat geeft mij rust. Als wij beiden fulltime zouden werken, zou het een ander plaatje zijn."

Wie inspireert jou in je vak?
"Dat is Inge van Vijfeijken, hoogleraar belastingrecht. Zij en Stan Stevens waren mijn promotoren. Inge heeft mij echt enthousiast gemaakt voor de wetenschap. Zij gaf bevlogen, enthousiaste colleges, met passie voor het vak en voor het recht. Toen ik studeerde heb ik een paper die ik bij een van haar vakken schreef om mogen zetten naar mijn eerste wetenschappelijke artikel. Uiteindelijk heeft dat geleid tot mijn proefschrift. Dus als ik iemand moet noemen die mij in de wereld van fiscaliteit inspireert is zij het."

Waar gaat je proefschrift over?
"Ik heb vanuit de positie van non-profitorganisaties gekeken naar drie belastingmiddelen, de vennootschapsbelasting, de btw en de overdrachtsbelasting. Wat zijn op dat terrein de gevolgen als non-profitorganisaties gaan samenwerken met andere non-profitorganisaties of private partijen? In hoeverre blokkeert fiscale wet- en regelgeving samenwerkingsvormen? Ook tegen de achtergrond dat er in Nederland steeds meer en steeds grootschaliger wordt samengewerkt om oplossingen te vinden voor belangrijke vraagstukken, zoals het personeelstekort in de zorg en het onderwijs of de versnelling van de energietransitie.

In mijn proefschrift doe ik tal van aanbevelingen om de fiscaliteit rondom samenwerking te verbeteren. Dit is een onderwerp waarvoor wetenschappelijk minder aandacht is dan voor bijvoorbeeld de fiscale positie van internationale bedrijven. Terwijl het gaat om grote organisaties die midden in de maatschappij staan en activiteiten verrichten in meerdere fiscale sferen. Dit leidt tot uitdagingen die vooral bij samenwerking duidelijk naar voren komen. Ik vind het belangrijk daar iets aan toevoegen."

Wat zijn je zakelijke successen tot nu toe?
"Waar ik het meest trots op ben is als zaken die ik gesignaleerd heb – bijvoorbeeld een regeling die oneerlijk uitwerkt – of suggesties die ik gedaan heb, worden overgenomen in arresten of conclusies van de advocaat-generaal. Of dat je ziet dat anderen in de literatuur op jouw idee voortbouwen. Het mooiste is als de staatssecretaris er iets mee doet. Dat laatste is mij nog niet gelukt. Dat lukt fiscalisten zelden, maar het is wel een belangrijke motivatie. Uiteindelijk schrijf ik dingen omdat ik iets in beweging wil zetten of veranderen. Zo probeer ik me ervoor in te zetten dat de aanbevelingen uit mijn proefschrift op de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda terechtkomen."

Wat zijn je plannen voor de langere termijn?
"Ik kijk nooit zo ver vooruit. Ik kijk wat op mijn pad komt en maak daar keuzes in. Ik wil mij graag verder ontwikkelen bij PwC. Graag zou ik ook meer onderzoek doen naar de fiscale regels rondom non-profitorganisaties en nieuwe organisatievormen zoals steward ownership. Daarbij wil ik me laten blijven voeden door zaken die ik in de praktijk tegenkom, bij PwC of in gesprekken met medewerkers van de Belastingdienst of het ministerie van Financiën. Dat blijft voor mij de komende jaren een belangrijke drijfveer."

Wat maakt jou geschikt voor het vak van fiscalist?
"Ik ben analytisch sterk en ik ben nieuwsgierig. Die twee eigenschappen zijn belangrijk, want fiscaliteit is puzzelen. Dat vind ik leuk. Iedere keer als er een vraagstuk ligt, nagaan: past dit bij de bedoeling en de beginselen van ons belastingstelsel? Het is belangrijk die rode draad steeds te blijven zien. Ik heb snel door wat de essentie is en ik denk dat ik dat goed kan uitleggen aan studenten en mensen inde praktijk. In dit vak ben je nooit uitgeleerd. Als een enthousiaste student een vraag stelt, denk ik soms: wat interessant, dit perspectief ken ik nog niet. En dan neem je dit mee om je onderwijs de volgende keer verder te verbeteren."

Waarom publiceer je graag?
"Het is een intellectuele uitdaging. Ik kom iets tegen en vraag me bijvoorbeeld af: wat betekent deze rechterlijke uitspraak, is dit een logische uitkomst? Dan ga ik me erin verdiepen, een analyse maken. Ik schrijf het liefst over onderwerpen waaraan ik echt een bijdrage kan leveren. Als je publiceert kun je iets toevoegen aan een bepaalde regeling, of duidelijk maken waarom een bepaalde situatie onevenwichtig of onrechtvaardig uitpakt."

Hoe zie je de rol van de uitgever?
"De uitgever biedt een podium. Dat is enorm belangrijk om publicaties te kunnen delen met het publiek. Het liefst zou ik zoveel mogelijk open access zien, al begrijp ik dat dit soms kan schuren vanwege het commerciële belang van de uitgever. Maar het is essentieel om de maatschappij te bereiken en niet alleen in het ivoren torentje van fiscalisten te zitten. De afgelopen jaren hebben laten zien hoe relevant het is om voeling te houden met hoe burgers en bedrijven de invloed van het belastingrecht ervaren, zoals met de toeslagenaffaire."

Wat is je favoriete arrest van de Hoge Raad?
"Dat is het Manege-arrest (BNB 1999/208). Dat gaat over een stichting die een gift ontving. Dat arrest heeft eigenlijk in gang gezet waar ik vandaag de dag onderzoek naar doe, de fiscale winstbepaling van non-profitorganisaties in de vennootschapsbelasting. Hoe ga je om met giften, erfenissen, subsidies, welke inkomsten moet je meetellen? Het is een arrest waar ik graag op terug grijp om in brede zin na te denken over de manier waarop de inkomsten van non-profitorganisaties belast zouden moeten worden."

----------------------------------

In de reeks Young Professionals zijn eerder interviews afgenomen met Ciska Wisman, Ilona van den EijndeMartijn SchippersLoes van HultenVassilis DafnomilisBart van der BurgtBrenda CoeberghMatthijs van der WulpClaire HofmanArthur van der Linden en Jeroen Rheinfeld.

Bron: Tekst: Wilma van Hoeflaken -- Fotografie: Berly Damman

Informatiesoort: Nieuws, Young Professionals, Interviews

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Focus: Focus

85

Gerelateerde artikelen