In de praktijk bestaat de eigenwoningschuld vaak uit een hypotheek die is opgeknipt in meerdere leningen. Als één van die leningen volledig wordt afgelost en overgesloten dan is het overgangsrecht van toepassing. Het overgesloten deel wordt aangemerkt als een bestaande eigenwoningschuld. Maar wat als slechts een gedeelte van de lening wordt afgelost en overgesloten? Is dan het overgangsrecht ook nog van toepassing? In de mkb-praktijk bestaat hier momenteel onduidelijkheid over.
Jan Zweekhorst verwijst in dit verband nog naar de in de praktijk voorkomende situatie van de dga die jaarlijks zijn bestaande hypotheeklening bij de bank tot aan het boetevrije bedrag aflost met een lening die hij afsluit bij zijn eigen bv. Tot nu toe leverde dit geen problemen op voor de eigenwoningschuld. Dit zou weleens anders kunnen zijn in 2013. Wordt de bestaande lening dan gedeeltelijk afgelost en omgezet naar een lening bij de bv dan zou op dit deel weleens de nieuwe aflossingeisen kunnen gaan gelden.
Overgangsrecht onduidelijk
De onduidelijkheid wordt veroorzaakt doordat in het nieuwe artikel 10bis.1, derde lid, Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 wordt gesproken over het "geheel aflossen van een tot de bestaande eigenwoningschuld behorende schuld". Op Kamervragen hoe dit zich verhoudt tot een situatie waarin een belastingplichtige een gedeelte van een lening aflost, is geantwoord dat "ook gedeeltelijk oversluiten onder het overgangsrecht mogelijk is." (Nota n.a.v. Verslag TK, blz. 30 en Memorie van Antwoord EK, blz. 16). De tekst van de wet en de parlementaire toelichting hierop lijken tegenstrijdig.
Jan Zweekhorst benadrukt dit: 'Het kabinet mag dan wel aangeven dat het overgangsrecht ook geldt bij het gedeeltelijk oversluiten van een bestaande lening, maar in de wettekst is dit niet onomstotelijk vastgelegd. Dat schept verwarring.'
Om de onduidelijkheid in het overgangsrecht voor de mkb-praktijk weg te nemen hebben SRA en RB nu gezamenlijk aan de relevante Ministeries de volgende twee voorbeelden voorgelegd:
Voorbeeld 1
X heeft op 31 december 2012 een eigenwoningschuld van € 1.000.000. Deze eigenwoningschuld is opgebouwd uit één lening. In 2013 lost X € 100.000 af op deze eigenwoningschuld en sluit hij een nieuwe eigenwoninglening af van € 100.000. De overblijvende € 900.000 van de op 31 december 2012 aanwezige eigenwoningschuld wordt onder het overgangsrecht aangemerkt als een bestaande eigenwoningschuld. Kan artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB2001 zo geïnterpreteerd worden dat het in 2013 overgesloten deel van € 100.000 ook nog wordt aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld of geldt voor deze lening onverkort het nieuwe recht waarvoor aflossingseisen gelden?
Voorbeeld 2
X heeft op 31 december 2012 een eigenwoningschuld van € 1.000.000. De eigenwoningschuld komt voort uit één contract (de hypothecaire zekerheid is ook in één notariële akte verstrekt). De schuld is bij de geldverstrekker geadministreerd onder twee leningnummers. Leningdeel 1 bestaat uit een bedrag van € 900.000 en leningdeel 2 uit een bedrag van € 100.000. In 2013 lost X leningdeel 2 volledig af en sluit hij een nieuwe eigenwoninglening af van € 100.000. Leningdeel 1 wordt onder het overgangsrecht aangemerkt als een bestaande eigenwoningschuld. Kan artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB2001 zo geïnterpreteerd worden dat de nieuwe eigenwoninglening van € 100.000 ook nog wordt aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld of geldt voor deze lening onverkort het nieuwe recht waarvoor aflossingseisen gelden?
Bron: Redactie TaxLive