Een man laat zijn in 1989 gesloten lijfrenteverzekering waarop deels het nieuwe fiscale regime van toepassing is, afkopen. De Belastingdienst brengt revisierente in rekening. Volgens het hof is dat onterecht omdat de man mocht afgaan op de informatie op de website van de Belastingdienst.

De zaak (Hof Den Haag 4 augustus 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1681) verloopt als volgt. Een man sluit in 1989 een lijfrenteverzekering af bij een verzekeraar. In verband met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 wordt de verzekeringsovereenkomst aangepast zodat vanaf 2001 nog recht bestaat op lijfrentepremieaftrek.

Fiscaal gezien bestaat de verzekeringsovereenkomst voortaan uit twee delen. Een oud regime aanspraak opgebouwd tot 2001 en een nieuw regime aanspraak die vanaf 2001 wordt opgebouwd. In 2015 expireert de verzekering en komt een bedrag van € 355.394 ter beschikking. De verzekeraar schetst de verschillende mogelijkheden en verwijst de man naar zijn verzekeringsadviseur. De man wint informatie in bij een tussenpersoon. Deze geeft te kennen dat bij afkoop progressief belasting wordt ingehouden door de verzekeraar.

Ook neemt de man kennis van de informatie op de website van de Belastingdienst. Daar staat dat bij afkoop geen revisierente verschuldigd is als de verzekering gesloten is vóór 16 oktober 1990. De man laat zijn verzekering afkopen. De inspecteur brengt bij de aanslag inkomstenbelasting revisierente in rekening over de afkoop van het nieuw regime lijfrentekapitaal voor een bedrag van € 37.465. De man stelt dat hij op de informatie op de site van de Belastingdienst mocht vertrouwen.

Volgens het hof is dat niet in zijn algemeenheid juist en verwijst naar het arrest van de Hoge Raad 29 september 1979. Daarin wordt op het belang gewezen dat de fiscus zijn voorlichtende taak onbelemmerd kan vervullen. Volgens het hof mag de man wel vertrouwen op de informatie van de belastingdienst indien voldaan is aan twee vereisten:

  1. het niet-kenbaarheidsvereiste, dat inhoudt dat de man redelijkerwijs niet de onjuistheid van de inlichtingen had kunnen en moeten beseffen; en
  2. het dispositievereiste, dat inhoudt dat de man, afgaande op de onjuiste inlichtingen, een handeling heeft verricht of nagelaten, ten gevolge waarvan hij niet alleen de wettelijk verschuldigde belasting heeft te betalen, maar daarenboven schade lijdt.

Omdat de man voldoet aan beide vereisten, slaagt zijn beroep op het vertrouwensbeginsel.

Belang voor de praktijk

Het moet gezegd, de informatie op de website van de Belastingdienst is doorgaans van zeer hoge kwaliteit. En dan kan het natuurlijk voorkomen dat omwille van de leesbaarheid informatie achterwege wordt gelaten. Uiteraard heeft de Belastingdienst de informatie over revisierente op zijn website gelijk aangepast:

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

8

Gerelateerde artikelen