Ondernemers die in Nederland hun bedrijf hebben gevestigd, maar zelf elders in de Europese Unie wonen, hebben geen recht op een Tozo-uitkering voor de kosten van levensonderhoud. Dit oordeelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in twee uitspraken.
De Tozo-uitkering was onderdeel van het Nederlandse noodpakket om de gevolgen van de coronapandemie te dempen. De Tozo-uitkering is een inkomensondersteuning voor zelfstandig ondernemers om op minimumniveau in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.
In de twee zaken gaat het om in België en Duitsland wonende ondernemers die een Tozo-uitkering hadden aangevraagd bij de gemeente Maastricht. De gemeente Maastricht heeft deze aanvragen afgewezen omdat de ondernemers niet in Nederland wonen. Volgens de ondernemers had de gemeente ook hun een Tozo-uitkering moeten toekennen op grond van het recht van de Europese Unie.
De CRvB oordeelt dat de ondernemers geen recht op de Tozo-uitkering kunnen ontlenen aan de regels van de Europese Unie. De Tozo-uitkering is een socialebijstandsuitkering. De ondernemers waren voor sociale bijstand afhankelijk van de regels in hun woonland. De gemeente Maastricht hoefde daarom geen Tozo-uitkering aan deze ondernemers te betalen.
De twee zaken hebben de jurisprudentienummers ECLI:NL:CRVB:2023:1100 en ECLI:NL:CRVB:2023:1101.
Bron: CRvB