De beroepsorganisaties van huisartsen en medische specialisten voeren deze zomer gesprekken met de Belastingdienst en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inzet van zzp'ers na 1 januari 2025. Dan eindigt namelijk het handhavingsmoratorium op de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) die schijnzelfstandigheid moet voorkomen. Het doel van deze gesprekken is om te onderzoeken hoe zelfstandigen flexibel kunnen blijven werken bij calamiteiten, piekbelasting en bijzondere situaties. Hiervoor worden casussen ingebracht.

De gesprekspartners zijn de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), de Landelijke Huisartsenvereniging (LHM),  de Federatie Medische Specialisten (FMS) en de Vereniging Onderlinge Verzekering van Artsen Automobilisten (VvAA). 

Volgens de Belastingdienst zal de beëindiging van het handhavingsmoratorium geen grote impact hebben op de manier van handhaven, zo stelt de KNMT op haar website. "Momenteel wordt er al gehandhaafd, maar met de mogelijkheid om eerst een aanwijzing te geven en een redelijke termijn te bieden om de arbeidsrelatie aan te passen. Na 1 januari 2025 vervalt deze mogelijkheid en zal de Belastingdienst direct handhaven (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025). Omdat niet verder terug wordt gecorrigeerd en nageheven dan 1 januari 2025 zal de Belastingdienst pas in 2030 weer over de maximale wettelijke termijn van 5 jaar correcties of naheffingen opleggen, met uitzondering van situaties van kwaadwillendheid of na een aanwijzing."

Modelovereenkomsten

De beroepsorganisaties verwachten dat zij ook na 1 januari 2025 nog met de modelovereenkomsten kunnen werken. Zowel de Belastingdienst als het ministerie willen onrust voorkomen die de continuïteit van de medische zorg na 1 januari 2025 in gevaar zou kunnen brengen. Wel moeten de opdrachtgevende zorgverleners zich houden aan voorwaarden:

  • Werk conform de feiten en omstandigheden in de modelovereenkomst om deze als ‘buiten dienstbetrekking’ te kwalificeren. De Belastingdienst beoordeelt de feitelijke manier van werken.
  • Controleer vóór januari 2025 of de uitvoering van de overeenkomst overeenkomt met de afspraken, gebruik de juiste versie en zorg ervoor dat er geen regels of verplichtingen worden opgelegd die eigenlijk alleen van toepassing zijn op werknemers.

De beroepsorganisaties waarschuwen dat er voor ondersteunend personeel geen goedgekeurde modelovereenkomsten zijn. Het advies is om niet met ondersteunend personeel in een zzp-constructie te werken.

Opvolger

De Wet DBA wordt opgevolgd door de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) waarvan het voorstel vorige maand in aangepaste vorm naar de Raad van State is gestuurd. De verwachting is dat de nieuwe wet per 1 januari 2026 in werking treedt. Tijdens de consultatiefase kwam er veel kritiek op het voorstel. De uitzendkoepel NBBU vindt dat de conceptwet is gebaseerd op foute aannames en dat die leidt tot te veel onnodig gedoe.

Verder is er veel onrust ontstaan over het tussenjaar, 2025, waarin de Belastingdienst de handhaving oppakt van de huidige wet. De centrale vraag is of iemand een echte zzp’er is of toch een gewone werknemer. Uit een rondgang door de NOS blijkt daar grote onduidelijkheid over te bestaan onder zowel zzp’ers als hun opdrachtgevers. "Niet te begrijpen" is een veelgehoorde reactie. De brancheorganisaties in de zorg, zoals ActiZ en Zorgthuisnl, kunnen niet tot tussenafspraken komen met de fiscus over de handhaving van de schijnzelfstandigheid ná 1 januari 2025.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Arbeidsrecht, Loonbelasting, Inkomstenbelasting

807

Gerelateerde artikelen