Arthur van der Linden: "Ik wil twee botsende vakgebieden samenbrengen. Het perspectief van data scientisten en fiscalisten is totaal verschillend."
Arthur van der Linden, winnaar van de Stevensprijs 2020, is een pionier. Hij probeert een brug te slaan tussen data scientisten en fiscalisten. Dat doet hij bij de Belastingdienst en aan Tilburg University, waar hij een vak doceert dat zo nieuw is dat het eerste studieboek nog geschreven moet worden. Wat hem drijft? Hij wil bijdragen aan een beter belastingstelsel en aan procedurele en distributieve rechtvaardigheid.
Waarom ging je fiscale economie studeren?
"Dat was toeval. Ik studeerde econometrie. In het eerste jaar ben je heel veel bezig met bewijs leveren. Bijvoorbeeld waarom 0 ongelijk is aan 7 en daar moet je dan pagina’s lang bewijs voor aanleveren. Dat vond ik te abstract. Ik ben al na twee weken gestopt met econometrie, maar ik wilde niet naar een andere stad. Ik had in Tilburg de introductieweek meegemaakt en ik had er vrienden. Daarom ging ik op zoek naar een andere studie in Tilburg waarbij ik veel met cijfers te maken zou krijgen. Het was een gok, maar ik vond het leuk. Eigenlijk zie ik veel raakvlakken tussen fiscaliteit en wiskunde. De manier van denken is hetzelfde. Een som heeft inputvariabelen. Die kun je vergelijken met feiten en omstandigheden. Er is een formule, dat is vergelijkbaar met de wet. En er is een uitkomst, een rechtsgevolg. Alsof je een som aan het oplossen bent. Een casus is een puzzeltje dat je moet oplossen."
Werd je gestimuleerd door je ouders?
"Mijn ouders hebben me altijd vrij gelaten. Ze dachten: het komt vast wel goed. Wel zeiden ze af en toe dat ik een stapje terug moest doen. Dat was omdat ik zo veel dingen tegelijk deed. In de zes jaar dat ik studeerde deed ik twee bachelors en drie masters. Ik zat bij een studentenvereniging, was voorzitter van een dispuut en zat twee jaar in Berlijn. Maar zelf heb ik het nooit als druk ervaren. Veel studenten gaan al in augustus keihard werken en denken dat ze dat tempo het hele jaar kunnen volhouden. Ik begon rustig en ging pas in november harder werken. En ik leerde niet alleen de tentamens, want dan ben je drie weken na het tentamen alles vergeten. Ik probeerde het waarom te begrijpen. Waar wil de wetgever naar toe? Dat is makkelijker en je onthoudt het beter."
Hoe kwam je in Berlijn terecht?
"Ik wilde in het buitenland studeren om mijn horizon te verbreden. Toevallig werd dat Berlijn. Ik woonde in Friedrichshain, het voormalige Oost-Berlijn. Het viel me op dat de tegenstelling tussen oost en west nog steeds bestaat. Zelfs bij mijn generatie. Ik heb een vriend die van Oost-Berlijn naar West-Berlijn verhuisde. Zijn vrienden kwamen niet naar zijn housewarming. De tweedeling is er nog steeds. Ik vind het fascinerend om te zien hoe dingen van generatie op generatie worden doorgegeven. Veel keuzes lijken rationeel, maar zijn het niet. Ik vond het ook gaaf om het Duitse belastingrecht te bekijken. Dan zie je dat alles zo relatief is. Het recht lijkt recht toe recht aan, maar over dezelfde materie met dezelfde uitgangspunten wordt in het ene land anders gedacht dan in het andere. Er is niet één harde waarheid."
Waarom ging je bij de Belastingdienst werken?
"Dat kwam door mijn ervaringen in Berlijn. Duitsers vinden zichzelf goed, ze vinden zichzelf wereldkampioen. Maar in Duitsland hebben ze bijvoorbeeld pas sinds enkele jaren een wettelijk minimumloon. Nog steeds een papieren OV-kaart. En het duurde heel lang voordat ik in Berlijn een internetaansluiting kreeg. Nederlanders kijken veel kritischer naar hun eigen land dan Duitsers, maar in Berlijn kwam ik erachter hoe goed alles geregeld is in Nederland. We hebben goede zorg, goed onderwijs, goede oudedagsvoorzieningen. Dat is mogelijk doordat we belasting betalen. Het publiek denkt vaak negatief over belastingen, maar daar moeten we het wel van hebben. Ik wil aan het verdelingsvraagstuk van belastingen bijdragen door onderzoek te doen naar de verdeling van de (marginale) belastingdruk over huishoudens heen.
Wat meespeelde is dat ik een traineeship kon doen op het kruispunt van beleid, wetgeving en uitvoering. Ik heb meer gestudeerd dan alleen fiscale economie en in dit traineeship kon ik veel vraagstukken bekijken vanuit verschillende disciplines."
Wat doe je bij de Belastingdienst?
"Ik ben business analist. Ik vervul een brugfunctie tussen data science en fiscaliteit. Mijn collega’s zijn fiscalist of data scientist. Ik denk mee met de data scientisten: is dit iets waar we allemaal beter van worden? Hoe werkt dit vanuit juridisch perspectief? Aan de fiscalisten leg ik uit: wat is dit voor technologie? Wat betekent dit juridisch? Ik wil de vakgebieden dichter bij elkaar brengen. Ik zie zelf veel raakvlakken tussen beide vakgebieden, maar ik zie ook dat data scientisten en fiscalisten vaak totaal anders denken. Vanuit data science perspectief kan 98% overweldigend zijn, maar vanuit fiscaal perspectief is het ondermaats. Als je een brief stuurt naar belastingplichtigen die in 2% van de gevallen niet klopt, is er echt iets mis. Die twee vakgebieden botsen en ik wil ze samenbrengen.
Wat ik bij de Belastingdienst doe, doe ik ook als docent aan de universiteit. Ik geef het vak Introduction in tax technology aan derdejaars in de bacheloropleiding. Voor fiscaal recht is het een verplicht vak en voor fiscale economie een keuzevak. Het vakgebied is zo nieuw, dat er nog niet eens een boek is."
Wat wil je met je werk bereiken?
"Wat ik nu ga zeggen is een paradox: iedereen is uniek, maar iedereen past ook in een model. Men beweert dat het belastingstelsel te complex is om het te kunnen modelleren, maar dat geloof ik niet. De wet heeft op iedereen invloed. Dan moet het ook mogelijk zijn om op basis van de relevante feiten en omstandigheden te bepalen wat die invloed precies is. Ik heb bijvoorbeeld een microsimulatiemodel gemaakt dat de uitwerking van de inkomstenbelasting en toeslagen voor en tussen bepaalde groepen transparant en inzichtelijk maakt. Wat voor uitwerking heeft de wet op de portemonnee van die ene burger? Ik laat bijvoorbeeld ook zien hoe je lasten neutraal, dus zonder dat het de burger één euro scheelt, de zorgtoeslag kunt integreren in de inkomstenbelasting. Ook heb ik in één sleuteltabel uitgewerkt wat het verschil in belastingdruk is tussen een werknemer en een ondernemer. Dit simulatiemodel biedt veel meer inzicht dan bestaande statistische modellen, want die sluiten aan bij de mediaan, het middelste huishouden. Dan krijg je de koopkrachtplaatjes, waarin bijna niemand zich herkent. In het ontwikkelde simulatiemodel kun je met relevante verschillen tussen en over huishoudens heen rekening houden.
Ik hoop dat mijn inzichten kunnen bijdragen aan een verbeterd belastingstelsel. Dat zou mij veel voldoening geven. Ook wil ik graag de uitwerking van de fiscaliteit duidelijk maken, ook voor niet-fiscalisten. Dat vind ik heel belangrijk, want ik denk dat de vrijwillige naleving door belastingplichtigen sterk afhankelijk is van de procedurele en distributieve rechtvaardigheid."
Waar zie je jezelf in de toekomst?
"Dat weet ik niet. Tot voor anderhalf jaar geleden kon ik ook geen goed antwoord geven op de vraag naar wat voor werk ik deed. Dan zei ik: ik ben bezig met een combinatie van data science en fiscaliteit en wat ik doe zit eigenlijk nog niet eens in de opbouwfase, zo nieuw is het. Ik weet niet precies wat het wordt, maar ik zie hier brood in. Dit is allemaal zo nieuw. Hetzelfde geldt voor mijn werk bij de universiteit. Iets totaal nieuws doen, iets opbouwen, dat vind ik leuk."
Vind je publiceren belangrijk?
"Zeker, want ik vind het leuk om inzichten te delen en daarmee het belastingstelsel uiteindelijk hopelijk iets mooier te maken. Ik probeer bij te dragen aan de rechtsontwikkeling. Dat ik de Stevensprijs heb gekregen vind ik een succes, maar mijn eerste artikel in het Weekblad Fiscaal Recht was voor mijn gevoel een groter succes. Dat was in februari 2020. Dat artikel ging over de marginale belastingdruk voor werknemers. Een van de leuke inzichten was dat de marginale belastingdruk negatief kan worden, dus dat je minder belasting gaat betalen als je meer gaat verdienen. Een ander inzicht was dat de hoogste marginale belastingdruk niet bij de hoogste inkomens terechtkomt. Maar het bijzondere van het artikel was de vorm. Het zat vol figuren en tabellen, heel anders dan andere publicaties. Voor mij was dat het eerste moment waarop ik kon duidelijk maken: dit doe ik, dit is waar ik mee bezig ben."
Wat is je favoriete arrest?
"Mag het een Duits arrest zijn? Het Tipke-Urteil (Bundesverfassungsgericht 110, 94). Professor Tipke gaf in zijn aangifte inkomstenbelasting netjes zijn privé vermogenswinsten op. Vervolgens ging hij in bezwaar en beroep tegen zijn eigen aanslag, omdat veel mensen hun privé vermogenswinsten niet aangaven. Voor de Duitse belastingdienst was het moeilijk om dergelijke inkomsten te controleren. De kern van het arrest was: mensen zijn niet alleen gelijk op basis van de belastingwet, maar ze moeten ook daadwerkelijk gelijk worden belast. Als daadwerkelijke gelijke belastingheffing niet uit het heffingsproces volgt, kan de heffingsgrondslag ongrondwettelijk worden verklaard. Een dergelijke fundamentele beschouwing van het belastingrecht, in dit geval door een grondwettelijk hof, vind ik geweldig. Voor mij laat dat zien hoe belangrijk beginselen in de Duitse rechtstaat zijn en af en toe ben ik daar best jaloers op."
-----------------------------
In de interviewreeks Young Professionals is eerder een gesprek met Jeroen Rheinfeld gepubliceerd.
Bron: Tekst: Wilma van Hoeflaken -- Fotografie: Berly Damman
Informatiesoort: Nieuws, Interviews, Young Professionals
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel