Gemeenten hebben in 2020 aan 501.000 zelfstandigen een Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)-uitkering verstrekt als ondersteuning voor levensonderhoud tijdens de coronacrisis. Dat blijkt uit definitieve cijfers over het gebruik van de Tozo-regeling in 2020 die het CBS heeft samengesteld. 

De Tozo-regeling is met terugwerkende kracht ingegaan vanaf 1 maart 2020. De uitkering werd verstrekt aan huishoudens. Hierdoor telde het inkomen van de partner mee voor het bepalen of recht bestond op een uitkering op basis van de regeling.

Met name door zelfstandigen in de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten, zoals architecten en ingenieurs, en door zelfstandigen in de bedrijfstak overige dienstverlening, zoals kappers en schoonheidsspecialisten, is veel gebruik gemaakt van de Tozo-regeling. Ook zelfstandigen in de cultuursector en in de bedrijfstakken vervoer en opslag, onderwijs en horeca hebben veel gebruik gemaakt van de regeling. Daarentegen is in de bedrijfstak met de meeste zelfstandigen, verhuur en overige zakelijke diensten, relatief weinig gebruik gemaakt van de Tozo-regeling.

Naast uitkeringen voor levensonderhoud was het binnen de Tozo-regeling ook mogelijk om een lening te krijgen voor bedrijfskapitaal. Hiervan hebben 42.000 zelfstandigen gebruik gemaakt, waarvan 35.000 zelfstandigen ook recht hadden op de Tozo-uitkering.

De Tozo-regeling is per 1 oktober 2021 stopgezet. Zelfstandigen kunnen vanaf 1 oktober 2021 alleen nog een beroep doen op bijzondere bijstand (Bbz). De voorwaarden voor de bijzondere bijstand zijn tot eind 2021 versoepeld. Tot eind 2021 wordt er onder andere niet gekeken naar het vermogen van een zelfstandig ondernemer. Vanaf 1 januari 2022 geldt weer de reguliere Bbz.

Bron: ANP/ CBS

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Sociale zekerheid bijstand

Dossiers: Corona

4

Gerelateerde artikelen