Een belastingplichtige kan de aan hem opgelegde bewijssanctie zowel in de procedure over de informatiebeschikking als in de procedure over de belastingaanslag aan de kaak stellen. Met dat oordeel heeft de Hoge Raad wederom een belangrijk vraagpunt over de informatiebeschikking opgehelderd. Daarmee zijn we er volgens advocaat-belastingkundige Diana Jansen van Flexadvocaten nog steeds niet. Bovendien is met deze opheldering de procedurele functie van de informatiebeschikking uitgekleed en wellicht zelfs gehalveerd.
Onduidelijkheden
De op 1 juli 2011 inwerking getreden Wet Dezentjé - met als belangrijk onderdeel de informatiebeschikking - heeft inmiddels geleid tot een stroom aan jurisprudentie. Alhoewel uit onderzoek is gebleken dat deze wet de rechtsbescherming van de belastingplichtige heeft verbeterd, bevat het eind november 2016 verschenen
evaluatierapport ook de nodige kritische kanttekeningen. Zo bevat de regeling nogal wat onduidelijkheden. Ook is er vanuit de praktijk kritiek dat de verhouding tussen de procedures over de informatiebeschikking en de belastingaanslag onduidelijk is. Nadat de Hoge Raad vanaf
oktober 2015 al de nodige duidelijkheid heeft verschaft komt in een nieuw arrest over de informatiebeschikking dit kritiekpunt nu expliciet aan de orde.
Nieuwe opheldering
Op 10 februari 2017
oordeelde de Hoge Raad namelijk dat de vraag of de bewijssanctie (omkering en verzwaring van de bewijslast) terecht is, niet alleen in de informatiebeschikkingsprocedure aan de orde kan komen, maar ook − en eventueel opnieuw − in de procedure over de belastingaanslag (
zie ook TaxVisions editie 17 februari 2017). Jansen is blij met deze nieuwe opheldering: "Voor de praktijk is nu duidelijk dat ook ingeval van een onherroepelijke informatiebeschikking waar men niet tegen in verweer is gekomen, de bewijssanctie in de hoofdzaak alsnog aan de kaak kan worden gesteld. Dat is ook terecht omdat men die sanctie soms ook pas in de procedure over de belastingaanslag kan overzien."
Rechtmatigheid informatieverzoek niet ter discussie
Wel geeft de Hoge Raad aan dat als in de belastingaanslagprocedure de vraag aan de orde komt of een onherroepelijke informatiebeschikking moet leiden tot de bewijssanctie, in die procedure de rechtmatigheid van het verzoek om informatie niet meer ter discussie kan worden gesteld. Jansen vraagt zich af of dit in alle gevallen houdbaar is. " De belastingrechter kan, om na te gaan of omkering en verzwaring van de bewijslast niet achterwege moet blijven, niet in alle gevallen om de inhoud van het informatieverzoek heen. Daarmee komt de rechtmatigheid van het verzoek om informatie − ondanks dat dit niet apart is aangevochten − zijdelings dus gewoon terug in de procedure. Anderzijds moet de Hoge Raad wel aangeven dat de rechtmatigheid ervan niet meer ter discussie kan staan, anders is de functie van de informatiebeschikkingsprocedure minimaal geworden."
Gehalveerd belang
Volgens Jansen heeft de informatiebeschikkingsprocedure met dit nieuwe arrest sowieso aan belang ingeboet. "Een procedure over de opgelegde bewijssanctie wegens een onherroepelijke informatiebeschikking is niet altijd meer nodig, nu zeker is dat dit ook in de hoofdzaak aan de orde kan komen. Wat rest is de procedure over de rechtmatigheid van de door de inspecteur gestelde vragen. Verder geeft de procedure over de informatiebeschikking ook de veiligheid van een herstelmogelijkheid."
Streep door informatiebeschikking
In het arrest geeft de Hoge Raad ook duidelijkheid over wat er moet gebeuren met de informatiebeschikking als de rechter oordeelt dat toepassen van de bewijssanctie onredelijk is. In dat geval kan de informatiebeschikking niet in stand blijven. Jansen is blij met deze verduidelijking nu de feitenrechters hierover niet op een lijn zaten. "Daar waar de ene rechter oordeelde dat de informatiebeschikking wel in stand blijft, maar de bewijssanctie niet in werking treedt, gaf een andere rechter aan dat als de bewijssanctie niet kan intreden de informatiebeschikking moet worden vernietigd. Bij dat laatste spoor sluit de Hoge Raad nu aan."
Losse eindjes in herstelmogelijkheid
Helaas blijven ook nu nog vragen over de informatiebeschikking openstaan. Onder meer in de herstelmogelijkheid zitten onduidelijkheden. Jansen legt uit: "Er is wel een herstelmogelijkheid in beroep en de inspecteur moet volgens het arrest van 10 februari jongstleden ook in de informatiebeschikking nog een termijn geven, maar deze ontbreekt in de bezwaarfase. Dat levert problemen op. Wat als iemand in bezwaar gaat tegen de informatiebeschikking en in die fase besluit om alsnog over de brug te komen met de gevraagde gegevens? De betrokkene heeft dan in beginsel de bewijssanctie aan zijn broek hangen, terwijl hij dat niet zou hebben als hij gebruik had gemaakt van de herstelmogelijkheid in de informatiebeschikking of in de procedure bij de belastingrechter.
Ook de herstelmogelijkheid in beroep bevat een los eindje, want wat als de belastingplichtige hiervan gebruik maakt, maar de inspecteur de verstrekte inlichtingen te weinig vindt? "Moet de inspecteur dan een nieuwe informatiebeschikking nemen," vraagt Jansen zich af. "Uit het arrest van 10 februari 2017 zou kunnen worden afgeleid dat een nieuwe informatiebeschikking dan niet nodig is omdat de rechtmatigheid van het verzoek al door de rechter is getoetst. Dit punt van de inspecteur kan dan aan de orde komen in de procedure over de belastingaanslag. Als dat het geval is boet de informatiebeschikking nog verder aan belang in."
Bron: Redacteur Marit Muller
10