De nieuwe brede opkoopregeling voor veehouders moet volgend jaar al opengaan, vindt een groot deel van de Tweede Kamer. Landbouwminister Femke Wiersma verwacht dat boeren zich begin 2026 kunnen melden, maar daar namen zowel coalitie- als oppositieleden in een commissiedebat geen genoegen mee. Onder meer NSC, BBB, CDA en ChristenUnie maanden de minister tot haast.

Door dreigende mestoverschotten dringt de tijd. Volgend jaar gaan landelijke plafonds voor de productie van mest omlaag. Het jaar daarop valt de Nederlandse uitzonderingspositie weg op basis waarvan boeren meer mest mogen uitrijden dan Europese regels eigenlijk toestaan. De vrees is een "generieke korting" waardoor alle boeren moeten krimpen, als er dan nog steeds te veel mest is.

Twee opkoopregelingen die bedoeld waren om de stikstofcrisis tegen te gaan, helpen ook om de mestoverschotten te beperken. Het vorige kabinet wilde daar nog een "brede beëindigingsregeling" aan toevoegen. Toenmalig minister Piet Adema zei dat de regeling begin 2025 zou kunnen beginnen, maar zijn opvolger Wiersma heeft het over begin 2026. Het uitwerken van de regeling "moet zorgvuldig gebeuren", schreef ze eerder aan de Kamer.

"Te laat", zei Harm Holman (NSC). "Die moet eerder", zei ook Cor Pierik (BBB) over de regeling. Pieter Grinwis (ChristenUnie) vond het "bizar" om het jaartal 2026 te lezen, en hij noemde Wiersma's antwoorden tot dan toe "niet acceptabel". "Ik deel vanuit mijn tenen de frustratie", zei Eline Vedder (CDA).

"Ik zal alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat die regeling eerder wordt opengesteld", reageerde Wiersma. "Ik hoop in de loop van volgend jaar."

Bij een invoering in 2025 werd geen rekening gehouden met de val van het kabinet "die ervoor gezorgd heeft dat een aantal zaken vertraging opgelopen hebben", aldus de minister. Adema presenteerde zijn plan in april, driekwart jaar na de val van kabinet-Rutte IV.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht

Dossiers: Agro

44

Gerelateerde artikelen