De Belastingdienst heeft een brief aan in totaal ongeveer 40.000 belastingplichtigen gestuurd voor wie de termijn voor het opleggen van een box 3-aanslag over 2021 dreigt te verjaren. Door een fout bij 6.213 burgers is een onjuist verjaringsmoment toegepast en heeft deze groep ten onrechte de aanslag ontvangen, zo meldt de Belastingdienst.
Eerder werden de definitieve aanslagen 2021 aangehouden in afwachting van duidelijkheid van de Hoge Raad over de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3. In juni 2024 heeft de Hoge Raad in meerdere uitspraken duidelijkheid gegeven en geoordeeld dat het werkelijk rendement moet worden belast wanneer dat lager is dan het forfaitair rendement. Een uitleg over de betreffende uitspraken staat in het Dossier Box 3, pagina Rechtsherstel.
Omdat de aanslagtermijn van drie jaar voor het belastingjaar 2021 in veel gevallen eind 2024 afloopt, kan de Belastingdienst niet langer wachten met het opleggen van deze aanslagen. In deze aanslagen kunnen de uitspraken van de Hoge Raad niet verwerkt worden. De Belastingdienst legt in de brief uit wat dit voor de betrokken belastingplichtigen betekent en wat ze kunnen doen als ze het niet eens zijn met de aanslag (zie voorbeeldbrief, pdf).
Voor een groep van meer dan 6.000 belastingplichtigen verloopt de termijn, waarbinnen de definitieve aanslag 2021 moet worden opgelegd, nog niet eind 2024. Deze mensen krijgen zo spoedig mogelijk een aangepaste brief van de Belastingdienst.
Formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) en eventueel bezwaar
Zodra het formulier OWR gereed is, krijgen belastingplichtigen aan wie vanaf nu de definitieve aanslagen IB/PVV 2021 worden opgelegd, een brief met dat formulier. De verwachting is dat dit in de zomer van 2025 pas plaatsvindt.
Als men dat formulier invult en op basis daarvan blijkt dat de box 3-heffing over 2021 te hoog is geweest, krijgt men de te veel betaalde box 3-heffing terug. Het is niet nodig om daarvoor nu al bezwaar aan te tekenen. Een en ander blijkt uit de brief (pdf) die de Belastingdienst voorafgaand aan de verzending van de definitieve aanslag IB/PVV 2021 aan de belastingplichtigen verstuurde.
Soms kan het wel nodig zijn om toch bezwaar aan te tekenen. Het is namelijk mogelijk dat de manier waarop de Belastingdienst het werkelijke rendement zal berekenen, discutabel is. Als men niet tijdig bezwaar heeft aangetekend tegen de definitieve aanslag IB/PVV 2021, is het vermoedelijk niet mogelijk om meer box 3-heffing over 2021 terug te krijgen dan volgens het formulier OWR en de berekeningswijze van de Belastingdienst.
Als men daarom de mogelijkheid open wil houden om tegen de berekeningswijze van de Belastingdienst in bezwaar te komen, is tijdig bezwaar nodig. De netwerkorganisatie van middelgrote en kleine accountantskantoren SRA roept mensen op om prudent te zijn bij de keuze om bezwaar in te dienen. Doe dit bijvoorbeeld niet met alleen spaartegoeden of wanneer het werkelijke box 3-inkomen hoger is dan volgens de wettelijke regeling.
Bron: Belastingdienst/SRA