De tweede helft van juni opent de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q2 2021. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de laatste stand van zaken en de belangrijkste veranderingen op een rij gezet voor deze ronde.

Ruimere referentieperiode

Tijdens de openstelling TVL Q1 2021 zag de RVO dat ondernemers die om verschillende redenen geen of weinig omzet hadden in het referentiekwartaal, minder of geen TVL ontvingen. Als gevolg van een aangenomen motie aangenomen in de Tweede Kamer krijgt Q2 2021 een ruimere referentieperiode. Ondernemers kunnen kiezen of zij Q2 2019 gebruiken als referentieperiode, of Q3 2020.

Openstelling Q2

De uitbreiding van de regeling en de hogere vergoeding leiden tot meer werk bij de RVO en het ministerie van Economische Zaken om de regeling in te richten. Daarna is er nog goedkeuring nodig van de Europese Commissie in Brussel. Door het besluit tot de flexibele referentieperiode gaat de Q2 2021 waarschijnlijk pas in de tweede helft van juni open.

100% vergoeding

Sinds de start van de TVL is het subsidiepercentage elk kwartaal omhooggegaan. In het begin werd 50% van de vaste lasten vergoed, later werd het percentage afhankelijk van de omzet. In Q1 2021 werd het voor alle aanvragers verhoogd naar 85%. In het tweede kwartaal van 2021 wordt 100% van de berekende vaste lasten vergoedt.

Wat stopt, wat is nieuw?

De aanvullende Voorraadsubsidie Gesloten Detailhandel (VGD) en opslag voor Annuleringskosten Reisorganisaties (AR) worden niet verlengd in Q2. Het kabinet verwacht dat er meer mogelijk wordt in het tweede kwartaal, waardoor de TVL voldoende steun biedt en deze aanvullende subsidies niet opnieuw nodig zijn.

Land- en tuinbouwbedrijven ontvangen een extra opslag in Q2 voor de speciale kosten om planten en dieren in leven te houden. Deze opslag van 21% wordt bij het percentage vaste lasten geteld en komt bovenop de TVL-subsidie, met een maximum van €225.000 voor de gehele coronaperiode.

Belangrijkste voorwaarden

  • Het bedrijf staat ingeschreven bij KvK, heeft een SBI-code en minimaal één vestiging in Nederland, maar niet op het huisadres. Op deze vestigingseis zijn een paar uitzonderingen, zoals goederenvervoer, markthandel, kermisattracties, taxichauffeurs, rijinstructeurs en sommige horeca.
  • Het bedrijf heeft meer dan 30% omzetverlies in het tweede kwartaal van 2021 vergeleken met het tweede kwartaal van 2019 of het derde kwartaal in 2020.
  • De vaste lasten zijn minimaal € 1.500 per kwartaal, op basis van het percentage vaste lasten dat bij de hoofdactiviteit hoort. Let op: het gaat om uw berekende vaste lasten, niet om de werkelijke vaste lasten.

NB: Een onderneming die een TVL-subsidie van €125.000 of meer krijgt, heeft een samenstellingsverklaring van de accountant nodig. De verruiming van de TVL kan betekenen dat sommige bedrijven geen toegang meer hebben tot de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) subsidie. Meer informatie staat op de website van de RVO.

Bron: RVO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Sociale zekerheid algemeen

Dossiers: Corona

Carrousel: Carrousel

4

Gerelateerde artikelen