Donderdagmiddag nam redactielid Leo Stevens van het Weekblad fiscaal recht afscheid met een bijzondere editie van het WFR fiscaal café. Het thema van de debatmiddag, door hemzelf gekozen, luidde 'Nemen fiscalisten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid voldoende serieus?' Het thema was de 80-jarige emeritus-hoogleraar op het lijf geschreven want Stevens heeft praktisch zijn hele carrière in dienst gesteld van een breed gedragen, eerlijk en eenvoudig belastingstelsel.

Voor de invulling van het debat, in de stemmige Sociëteit De Witte in Den Haag, had Stevens vier sprekers uitgenodigd, te weten de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen, advocaat-generaal van de Hoge Raad Robert Jan Koopman, voorzitter van de Sociaal Economische Raad Kim Putters en emeritus-hoogleraar belastingrecht en voormalig Eerste Kamerlid Peter Essers. Rode draad door hun betogen: a) maatwerk, met name voor belastingplichtigen in de kwetsbare groepen, b) de menselijke maat in de heffing, inning en rechtspraak en c) een multidisciplinaire aanpak om een eerlijk en eenvoudig belastingstelsel te vormen dat door (bijna) iedereen begrepen en gedragen wordt. Daarbij werd het toeslagenschandaal een leidmotief bij de sprekers.

Stevens stelt dat de fiscale kennis, de fiscale wetstoepassing en de fiscale communicatie voor burgers en het bedrijfsleven met een hoge verdiencapaciteit in Nederland goed op orde is en hoog ontwikkeld. Maar daar waar de fiscale massaliteit een grote rol speelt en te zwaar wordt geleund op de vermeende zelfredzaamheid van burgers en kleine ondernemers, vindt Stevens dat relatief te weinig aandacht wordt besteed aan de brede maatschappelijke consequenties van de wijze waarbij van deze kwetsbare groepen belasting wordt geheven. Wat kunnen fiscalisten daaraan doen?

Stella-team

In zijn inleiding vraagt Stevens zich af hoe je verbinding kunt leggen tussen aan de ene kant de integriteit en onafhankelijkheid van de fiscale wetenschap en aan de andere kant de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de wetenschapper. De verantwoordelijkheden verschillen overigens per categorie fiscalisten, zoals belastingadviseurs, rechters, wetenschappers en inspecteurs. Zo heeft Stevens bewondering voor de Belastingdienst die met de instelling van het zogenoemde Stella-team die verantwoordelijkheid neemt.

Het Stella-team kan maatwerkafspraken maken met belastingplichtigen die geconfronteerd worden met complexe fiscale problematiek waar ze zelf niet meer uitkomen. Zo kan deze bijzondere afdeling van de fiscus afwijken van de bestaande en formele paden en iemand persoonlijk hulp bieden met onder meer een vast contactpersoon.

“Het is goed om het niet-academisch aan te pakken”, is een eerste antwoord van Stevens op de vraag van het thema. “En je moet niet bang zijn om de barricades te bestormen, om de managementcultuur ter discussie te stellen die diametraal staat tegenover de menselijke maat in het heffings- en inningssysteem.” De Nationale ombudsman Van Zutphen sluit zich hierbij aan met de stelling dat maatwerk per definitie niet-juridisch is. Een van de meest gehoorde klachten die bij zijn instelling binnenkomt is de onbegrepen juridische melding ‘de aanslag is opgelegd’. Mensen die bij overheidsinstanties klagen krijgen vaak een juridisch antwoord terwijl het echte probleem blijft liggen.

Van Zutphen ziet bijvoorbeeld dat bij een kleine toename van inkomen veel problemen ontstaan. Denk aan het wegvallen van toeslagen en heffingskortingen. Of een wajonger die een paar euro meer krijgt en vervolgens naast de kwijtschelding van lokale heffingen grijpt. “Als je het hebt over maatschappelijke verantwoordelijkheid dan moet je dit soort maatregelen goed doorrekenen”, meent de Ombudsman. “En je moet medewerkers van uitkerende en heffende instanties ook de mogelijkheid geven om zaken te herstellen. Om ze de gelegenheid te geven ‘goed te doen’ bij de mensen. De opdracht moet zijn dat ze eerst de melding goed in beeld krijgen, en pas daarna kijken naar de eventuele toepassing van de regels.”

Een ander initiatief tot maatschappelijke verantwoordelijkheid is de instelling van een ‘Belangenbehartiger belastingplichtigen en toeslagengerechtigden’, die sinds deze maand actief is op het ministerie van Financiën. Hayde Zarkeshan bekleedt deze rol met als belangrijkste taak: het oppikken van signalen van waar het misgaat in de wijze waarop belastingbetalers of ontvangers van toeslagen worden behandeld. Haar team groeit volgend jaar uit naar 49 voltijdbanen. Essers zet wel kanttekeningen bij dit soort initiatieven en twijfelt aan het succes van de belangenbehartiger, een wens van het laatste kabinet Rutte. De emeritus-hoogleraar vindt het wel hoopvol dat er in fiscale literatuur meer aandacht is voor de constitutionele toetsing, het redelijkheidsbeginsel en de ‘menselijke maat‘.

‘Complexe wetten maken mensen klein’

‘Loont het eigenlijk wel om meer te werken’, is een veelbesproken onderwerp binnen de SER. Voorzitter Kim Putters wijst op de complexiteit van ons belastingstelsel waardoor goedbedoelde regelingen contraproductief uitwerken. “Het moet weer kloppen in Nederland”, is zijn hartenkreet. “De wetten zijn er voor de mensen en niet omgekeerd, de menselijke maat moet centraal staan en de verbinding met de samenleving moet worden hersteld. Complexe wetten maken mensen immers klein.”

Belastingregels dienen uitlegbaar te zijn, vindt de SER-voorzitter, ook aan praktisch opgeleiden. Hiermee kan een deel van het verloren gegane vertrouwen van burgers in de overheidsinstituties worden teruggewonnen, meent hij. Putters doet daarom een oproep aan de wetenschap om mee te denken over een nieuw belastingstelsel in Nederland. De voorzitter van de SER kondigt een adviescommissie aan onder leiding van oud-staatssecretaris Steven van Eijck die verschillende disciplines en belangenorganisaties uitnodigt om een breed maatschappelijk draagvlak voor de herziening te kunnen creëren. Het nieuwe stelsel moet volgens de SER-voorzitter de belastingdruk op werken verlagen.

In de discussie aan het einde van de middag was veel ruimte voor inbreng van de vele topfiscalisten die in de zaal zaten zoals Sylvester Schenk (“de budgettaire component overheerst alles in de discussie met Financiën”), Stan Stevens (“het probleem van de fiscalist is dat de Belastingdienst een monopoliepositie heeft bij toegang tot data”) en Ruud van den Dool (“we moeten jongeren betrekken in het belastingdebat”).

Bron: Tekst: Gé Konings -- Fotografie: Berly Damman

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

621

Gerelateerde artikelen