De NOB, de beroepsvereniging van universitair opgeleide belastingadviseurs, heeft op elk wetsvoorstel van het Belastingpakket 2024 gereageerd. De beroepsvereniging constateert onder meer dat de aanpassing van de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voornamelijk de voorgenomen versoberingen bevat voor ondernemers en de verbeteringen nog moeten komen.
Andere kernpunten uit het commentaar, dat te raadplegen is op de website van de NOB, zijn:
- De NOB is voorstander van de voorgestelde verfijningen voor box 3 en vindt een verdere verruiming van de terugwerkende kracht voor alle nog openstaande aanslagen ook een goed idee.
- Het kabinet stelt voor om een aantal onderdelen van het wetsvoorstel Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen pas met ingang van 1 januari 2025 van kracht te laten worden. De NOB signaleert de mogelijke implicaties hiervan, schetst dit via een aantal voorbeelden en stelt een tweetal oplossingsrichtingen voor.
- De NOB heeft op een aantal onderdelen geconstateerd dat er strijd is met het Unierecht, onder meer ten aanzien van buitenlandse pensioenfondsen. Hier vraagt de NOB expliciet aandacht voor.
- De NOB staat in verschillende wetsvoorstellen stil bij de bewijslastverdeling tussen de belastingplichtige en de inspecteur. Bijvoorbeeld bij het aantonen van het fonds voor gemene rekening en de dividendstripping.
- De NOB merkt op dat het aanpassen van tarieven in de inkomstenbelasting (box 2 en 3) een direct effect heeft op enerzijds het globaal evenwicht en anderzijds het draagkrachtbeginsel. Als dit onvoldoende zorgvuldig wordt vormgegeven, kan dit potentieel leiden tot druk op het (boxen)systeem van de inkomstenbelasting en verstorend uitwerken. Dat maakt het volgens de NOB van groot belang om aanpassingen zorgvuldig af te wegen en de gedragseffecten te onderzoeken.
- De NOB had verwacht dat ook een wetsvoorstel voor de Inframarginale elektriciteitsheffing zou worden ingediend bij of als onderdeel van het pakket Belastingplan 2024.
Bron: NOB