Volgens de NOB kan dit leiden tot nieuwe gerechtelijke procedures en daarmee voortdurende onzekerheid voor de burger en de Belastingdienst. De NOB is van mening dat in het onderhavige wetsvoorstel niet alleen de jurisprudentie van de Hoge Raad als uitgangspunt dient, maar ook moet worden getoetst of dit leidt tot een rechtvaardig en EVRM-bestendig stelsel (de Raad van State refereert daar ook aan). Met name voor de afwezigheid van kostenaftrek (afgezien van rentekosten), het eigen gebruik van tweede woningen en de keuze voor een vermogensaanwasbelasting (VAB) in plaats van een vermogenswinstbelasting (VWB) voor bepaalde inkomenscategorieën heeft de NOB daar twijfels bij.

De NOB doet momenteel een rechtsvergelijkend onderzoek naar de vraag hoe in andere landen wordt omgegaan met een aantal onderwerpen waarover discussie bestaat, waaronder het eigen gebruik van tweede woningen en de keuze voor VAB of VWB in die landen. Dit is een vervolg op, en (gedeeltelijke) actualisering van, het onderzoek uit 2016 dat is verricht door het ministerie van Financiën. De uitkomsten van het onderzoek worden binnenkort verwacht en zullen mede als basis dienen voor het commentaar van de NOB op het aangekondigde wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt overigens dat in de onderzochte landen een VWB wordt gehanteerd en geen VAB. Nederland lijkt op dit punt dus wederom af te wijken van de internationale standaard.

De NOB verzoekt om:

• het heroverwegen van de uitsluiting van kostenaftrek;
• het verschil in kostenaftrek tussen transparante en non-transparante fondsen op te heffen door kosten in aftrek toe te staan;
• het heroverwegen van de bijtelling eigen gebruik van tweede woningen;
• een nadere toelichting voor de waardebepaling bij investeringen in woningen die tot een waardevermeerdering leiden;
• de mogelijkheid tot fiscale planning bij het gebruik van het kasstelsel nader te bekijken;
• een eenvoudigere manier om koersresultaten te bepalen;
• een praktische oplossing bij het bepalen van het werkelijk rendement bij deelname in fiscaal transparante fondsen;
• verduidelijking van de status van het formulier Opgaaf werkelijk rendement;
• verduidelijking van de gevolgen voor de belasting- en invorderingsrente;
• een praktische oplossing als op voorhand duidelijk is dat sprake is van negatief rendement.

Lees hier de volledige reactie.

Bron: NOB