Per 1 juli aanstaande moeten de nieuwe btw-regels voor e-commerce zijn ingevoerd. Verder uitstel is niet meer te verwachten en dus tuigt de Belastingdienst in allerijl een noodspoor op om de regels te kunnen uitvoeren. Dat is verre van ideaal, maar met niets doen is Nederland slechter af.

Als ondernemers zich niet vanaf 1 april kunnen registreren voor het éénloketsysteem en de nieuwe invoerregeling, staan we als Nederland met één-nul achter op andere lidstaten, waarschuwt btw-specialist Pascal Schrijver. “Die achterstand kun je niet meer inlopen.”

Te lang vooruitgeschoven

Aanvankelijk zouden de nieuwe btw-regels voor grensoverschrijdende internetverkopen van goederen en diensten, kortweg e-commerce, gaan gelden per 1 januari 2021. Vanwege de coronacrisis heeft de Europese Commissie deze inwerkingtreding uitgesteld naar 1 juli 2021. Verder uitstel is niet gegeven.

Dat de nieuwe btw-regels voor e-commerce er aan zaten te komen was al duidelijk sinds 2017. Tijdig hierop anticiperen had een hoop ellende gescheeld. Door politieke keuzes is de voorbereiding echter steeds vooruitgeschoven. De Belastingdienst is nu genoodzaakt een noodspoor in te zetten voor de noodzakelijke uitvoering van de e-commerceregeling.

Managen

“We merken dat de Belastingdienst alles zo goed mogelijk probeert te managen binnen de mogelijkheden die er zijn.” Dat zegt Schrijver die een van de partners is van EigerTax en daarnaast verbonden is aan de Universiteit van Leiden. “In dit stadium is de Belastingdienst gebaat bij een beperkt aantal btw-registraties voor het nieuwe éénloketsysteem (one-stop-shop: OSS) en de nieuwe invoerregeling (IOSS) want dat is beter te organiseren en de risico’s zijn aanzienlijk minder.”

Zoveel mogelijk registraties

“Voor het bedrijfsleven en de BV Nederland zijn zoveel mogelijk registraties juist gewenst,” vervolgt Schrijver. “Dat is potentieel goed voor de werkgelegenheid, want een registratie van bijvoorbeeld een Engelse ondernemer in Nederland wordt misschien wel opgevolgd door een opslag en verdere distributie hier ter plaatse. En laat invoer en distributie nu juist een belangrijke pijler zijn van de Nederlandse economie.”

Als buitenlandse ondernemers zich niet op tijd kunnen registreren om aan hun btw-verplichtingen voor e-commerce te voldoen, dan doen zij dit in een andere lidstaat en mist Nederland de boot, benadrukt Schrijver. “Voor Nederlandse ondernemers is tijdige registratie van belang om buitenlandse btw compliance en risico’s te beperken.”

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën erkent dat een latere implementatie zeer ongewenste financiële en logistieke gevolgen heeft voor het Nederlandse bedrijfsleven en voor de Staat.

Negatieve consequenties

De demissionair bewindsman noemt nog meer negatieve consequenties als Nederland de nieuwe btw-regels voor e-commerce op een later moment dan 1 juli 2021 implementeert. Zo kan Nederland dan geen btw-meldingen van ondernemers en btw-betalingen uit andere lidstaten ontvangen. Dit leidt tot grote onduidelijkheid en logistieke problemen, verlegging van handelsstromen en schadeclaims van getroffenen. Ook een inbreukprocedure of een boete door de Europese Commissie valt niet uit te sluiten. Bovendien kan het niet goed ondersteunen van de nieuwe btw-regels voor e-commerce leiden tot reputatieschade voor de Belastingdienst. Dat staat expliciet in een notitie van het Ministerie van Financiën.

Noodspoor

Uit alle aangevoerde negatieve gevolgen blijkt dat niets doen geen optie is. En dus zet de Belastingdienst een noodspoor in om de nieuwe btw-regels voor e-commerce te kunnen uitvoeren per 1 juli 2021. Aan deze tijdelijke en beperkte oplossing zijn risico’s en onzekerheden verbonden. In een uitvoeringstoets wijst de Belastingdienst hier nog eens extra op. Het probleem is de beperkte automatiseringsondersteuning, verduidelijkt Schrijver. “Aan de voorkant van het noodspoor gaan registratie en de OSS- en IOSS-aangiften digitaal. Ook het doorzetten van de informatie uit de aangiften en de btw-betalingen naar de belastingdiensten van andere lidstaten aan de achterkant van het noodspoor gaat elektronisch. Het tussenliggende traject moet de Belastingdienst handmatig uitvoeren met alle risico’s van dien.”

“Je kunt je voorstellen dat als er een mismatch is tussen de OSS-aangifte en de btw-betaling terwijl het automatiseringssysteem dit niet ondersteunt dit extra uitzoekwerk vergt voor de Belastingdienst en extra contactmomenten met de betreffende ondernemer” aldus Schrijver. “Het gevolg is vertraging op de lijn en extra kans op fouten. Er is niet voor niets aangegeven dat de Belastingdienst bij meer dan 30.000 aanmeldingen niet alle meldingen via het noodspoor goed en tijdig kan afhandelen. Doorlooptijden voor bedrijven zullen toenemen evenals de kans op fouten.”

Overleg

Het aantal aanmeldingen dat straks zal plaatsvinden via het noodspoor laat zich lastig raden. Schrijver: “De Belastingdienst kan nog geen goede inschatting maken van de werklast die het noodspoor met zich brengt. Om hier meer gevoel bij te krijgen, voert de Belastingdienst overleg met diverse partijen uit het bedrijfsleven en onder andere intermediairs. Dit overleg wordt ook gebruikt om informatie te delen over de uitvoering van de nieuwe btw-regels voor e-commerce.”

Schrijver die bestuurslid is van de Sectie Omzetbelasting van de NOB neemt in die hoedanigheid deel aan deze overleggen met de Belastingdienst. “Ook de communicatiestrategie komt aan de orde, zodat relevante partijen hun achterban kunnen informeren. De Belastingdienst gaat vanaf maart volop aan voorlichting doen, maar de NOB en andere beroepsverenigingen kunnen hier hun steentje aan bijdragen. Zij kunnen hun leden tijdig en actief wijzen op de veranderende regels rondom e-commerce. De leden kunnen vervolgens hun klanten hierin ondersteunen. Er is een gedeeld belang de implementatie zo goed mogelijk te laten verlopen.”

Procesondersteuning

Wat zou het implementatieproces verder nog kunnen helpen? Daar heeft Schrijver nog wel wat ideeën over. “Een goede voorlichting in verschillende talen naar ondernemers die zich willen registreren. Een goede bereikbaarheid van de Belastingdienst voor telefonische vragen over e-commerce. En stel het emailverkeer ruimer open, zodat de Belastingdienst gemakkelijker kan communiceren met ondernemers als er gegevens ontbreken. Dat levert de nodige tijdwinst op. Ook kan de ondernemer zelf helpen door niet pas in de laatste week van juni te registreren.”

Opspelende vaktechnische zaken

Schrijver wijst tot slot op nog enkele vaktechnische zaken die opspelen. Zo moet de wetgever nog aan de bak om de criteria voor een tussenpersoon in de nieuwe IOSS-regeling helder vast te stellen. Die tussenpersoon is immers aansprakelijk voor de btw-schulden van de buitenlandse ondernemer. “En laten we ook politiek Den Haag niet vergeten. De Tweede en Eerste Kamer hebben het wetsvoorstel tot implementatie van de e-commercerichtlijnen nog niet aangenomen. Een snelle goedkeuring is gewenst. Anders gaan ondernemers zich registreren terwijl een wettelijke basis ontbreekt.”

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

11

Gerelateerde artikelen