In het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 wil het kabinet een kostenforfait hanteren voor het onderhoud van vakantiehuizen. De veronderstelde onderhoudskosten binnen de vastgoedbijtelling kunnen in strijd zijn met Europees recht, schrijft landsadvocaat Pels Rijcken in een advies van vorig jaar dat onlangs is gepubliceerd en naar de Tweede Kamer is gestuurd.

In december was de Raad van State in een advies ook zeer kritisch over het voorstel. Desondanks heeft staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen van Fiscaliteit (NSC) aangekondigd een wetsvoorstel in te dienen dat in grote lijnen dit concept volgt. Het voorstel moet nog dit kwartaal naar de Tweede Kamer.

Het onderhoudskostenforfait betreft volgens het wetsvoorstel een gemiddelde over de onderhoudskosten voor onroerende zaken uitgesmeerd over een aantal jaren. Pels Rijcken ziet in deze opzet een risico omdat de Hoge Raad in de arresten van 6 juni vorig jaar heeft beslist dat bij het bepalen van het rendement geen rekening mag worden gehouden met de jaren voor of na het jaar waarover belasting wordt geheven. Dat risico valt alleen volledig te vermijden door uit te gaan van de in een jaar werkelijk gemaakte kosten, aldus het advies.

Ook de beroepsorganisaties van belastingadviseurs zien tal van haken en ogen aan het het box 3-voorstel van het kabinet. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) trok eerder aan de bel over de forfaitaire heffing over vakantiewoning. Het Register Belastingadviseurs vraagt zich af of twee systemen (vermogensaanwas en vermogenswinst) niet te veel vraagt van de  belastingplichtige. Bovendien zou belastingheffing over vermogensaanwas strijdig kunnen zijn met het Europees recht.

Bron: FD/Pels Rijcken

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Box 3

20

Gerelateerde artikelen