In het echtscheidingsconvenant wijken man en vrouw af van de standaardmethode van de Wet VPS. In ruil voor een kleiner aandeel ontvangt de vrouw een compensatie. Volgens het hof is er feitelijk sprake van pensioenverrekening en behoort de compensatie tot het inkomen van de vrouw.

De zaak (Hof Den Bosch 14 december 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5584) verloopt als volgt. Man en vrouw treden in 1972 in het huwelijk (gemeenschap van goederen). In 2010 is de echtscheiding uitgesproken en ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In het echtscheidingsconvenant is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) niet uitgesloten. Zij wijken af van de standaardmethode waarbij elke echtgenoot 50% ontvangt van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Deze zogeheten ‘alternatieve methode' is gebaseerd op artikel 4 Wet VPS. De pensioenrechten minus een belastinglatentie van 20% zijn op € 777.453 gewaardeerd. De vrouw ontvangt daarvan 29,52% met een overeengekomen waarde van € 229.544. De man verkrijgt 70,47% met een waarde van € 547.909. Omdat zij hebben afgesproken dat ieder de helft van het totale vermogen (inclusief de waarde van het pensioen) verkrijgt, wordt de vrouw gecompenseerd door volledige toescheiding van de gezamenlijke woning.
 
De inspecteur stelt dat er sprake is van pensioenverrekening en rekent de compensatie voor een bedrag van € 159.183 (50% van € 777.453 = € 388.727 -/- € 229.544) op grond van artikel 3.102, lid 3 Wet IB 2001 tot het inkomen van de vrouw. Volgens de vrouw is de verdeling van de pensioenrechten onbelast. Het hof oordeelt dat er feitelijk sprake is van pensioenverrekening en stelt de inspecteur in het gelijk.

Belang voor de praktijk

Op grond van artikel 1:94, lid 2, onderdeel b BW vallen pensioenrechten waarop de Wet VPS van toepassing is, niet in de huwelijksgemeenschap. Ook als de ex-echtelieden kiezen voor de alternatieve methode waarbij de vereveningspercentages afwijken van de standaardverdeling (50:50), dan is er geen aanleiding tot een correctie bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap. Door pensioenverevening ontstaat dus geen onder- of overbedeling.
 
Omdat er in deze zaak sprake is van uitruil van (een deel van) het pensioen voor een ander vermogensbestanddeel, is er feitelijk sprake van pensioenverrekening. Met alle fiscale gevolgen van dien.
 
Het komt wel vaker voor dat ex-echtelieden voor fiscale verrassingen komen te staan. Dat is bijvoorbeeld ook het geval bij verrekening van lijfrenten met andere gemeenschappelijke vermogensbestanddelen. Zie hiervoor het bericht Fiscale gevolgen verkrijgen woning in ruil voor lijfrente bij echtscheiding.

Mededelingsformulier 2018

De Wet VPS voorziet in een recht op rechtstreekse uitbetaling jegens de pensioenuitvoerder als deze uitvoerder binnen de tweejaarstermijn het zogeheten ‘mededelingsformulier' ontvangt. Onlangs is het mededelingsformulier sterk vereenvoudigd omdat het in de praktijk als te ingewikkeld werd ervaren.
 

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting

29

Gerelateerde artikelen