
Voortaan is het voor rechtbanken en hoven mogelijk om ook in strafzaken prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Dat kon al in civiele zaken (sinds 2012) en belastingzaken (sinds 2016).
Dat meldt de Hoge Raad. Met de prejudiciële procedure kan de Hoge Raad op redelijk korte termijn antwoord geven op rechtsvragen zodat de rechters in een rechtbank of hof verder kunnen met de afhandeling van hun zaak.
Een prejudiciële vraag is een juridische vraag van een rechter aan een hogere rechter, in dit geval de Hoge Raad, over de uitleg van een rechtsregel. Aan het antwoord op zulke vragen kan behoefte bestaan als de Hoge Raad daarover nog niet eerder heeft beslist.
Het moet gaan om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een (raadkamer van een) rechtbank of hof in behandeling is. De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vagen is verbonden aan een aantal voorwaarden.
- Zo moet een antwoord op de vraag nodig zijn voor het nemen van een beslissing in die zaak.
- Bovendien moet dezelfde vraag aan de orde zijn in een groot aantal andere zaken waarin min of meer dezelfde materie speelt of – en dat geldt bij strafzaken - vanwege de aard van de zaken (bijvoorbeeld vanwege het maatschappelijke belang) of de omvang van de zaken (bijvoorbeeld megazaken).
- Verder moet het steeds gaan om een vraag die speelt in een procedure die is voorzien in het Wetboek van Strafvordering. Het kan dus gaan om een vraag die opkomt tijdens de inhoudelijke behandeling van een strafzaak, maar ook om een vraag die speelt tijdens de behandeling van een vordering tot gevangenhouding, de behandeling van een ontnemingszaak of de behandeling van een beklag over inbeslagneming.
Inspraak
De prejudiciële procedure in strafzaken voorziet in inspraak van procespartijen en derden. Zo dient de rechter die de strafzaak behandelt de betrokken procespartijen in de gelegenheid te stellen om een standpunt in te nemen over het voornemen om een vraag te stellen en ook over de inhoud van die vraag. Deze standpunten worden bij het daadwerkelijk stellen van de vraag aan de Hoge Raad gezonden.
De Hoge Raad biedt procespartijen vervolgens ook gelegenheid om schriftelijke opmerkingen te maken. Die ruimte kan ook worden geboden aan derden, waarvan de inbreng in sommige zaken de kwaliteit van de beslissing zou kunnen vergroten.
Termijn beslissing Hoge Raad
De Hoge Raad streeft ernaar voortvarend en zo mogelijk binnen vijf maanden de prejudiciële vragen te beantwoorden. Het stellen van een prejudiciële vraag hoeft niet te betekenen dat de behandeling van de strafzaak bij de rechtbank of het hof stil komt te liggen. Er is bijvoorbeeld geen enkel bezwaar om in de tussentijd getuigen te horen.
Ervaringen
In civiele zaken en fiscale procedures zijn positieve ervaringen opgedaan met de prejudiciële procedure. Uit een enquête komt naar voren dat civiele rechters over het algemeen positief tot zeer positief zijn over de prejudiciële procedure en over de bruikbaarheid van de antwoorden op hun vragen bij het afdoen van hun zaak.
Bron: Hoge Raad
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Strafrecht