In de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 zijn wijzigingen opgenomen rond de rentemiddeling.
Met rentemiddeling bieden geldverstrekkers hun klanten de mogelijkheid direct te profiteren van de lagere marktrente. Bij rentemiddeling wordt de lopende rentevastperiode afgebroken en gaat een nieuwe rentevastperiode gelden. Vanwege het vroegtijdig afbreken van de rentevastperiode brengen banken in de meeste gevallen een bedrag aan boeterente in rekening. Bij betaling van dit bedrag ineens is de boeterente aftrekbaar als 'kosten van geldleningen' die behoren tot de eigenwoningschuld. Bij rentemiddeling wordt de boeterente niet in één keer betaald, maar uitgesmeerd over de nieuwe rentevastperiode door een opslag op de reguliere rente. De opslag voor de boeterente is aftrekbaar als kosten van geldleningen die behoren tot de eigenwoningschuld.
 
Al in het Besluit van 27 november 2015 werd een aantal fiscale belemmeringen weggenomen. Er werd goedgekeurd dat boeterente niet wordt aangemerkt als 'kosten van geldleningen' maar als 'rente van schulden'. Dat geldt ook bij rentemiddeling. Deze regeling wordt nu omgezet in wetgeving.

Belang voor de praktijk

Op het eerste gezicht maakt het niet uit of boeterente nu wordt aangemerkt als 'kosten van geldleningen' of als 'rente van schulden'. In beide gevallen is de boeterente immers aftrekbaar. De herkwalificatie van boeterente als 'rente van schulden' is vooral van belang omdat daarmee voldaan is aan de fiscale aflossingseis die sinds 2013 op nieuwe eigenwoningschulden van toepassing is.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2016

3

Gerelateerde artikelen