In dit artikel staan alle wijzigingen op het gebied van de loonbelasting uit het belastingpakket 2020.
Belastingplan 2020
- De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) wordt vergroot door een tweeschijvenstelsel in te voeren in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend door 1,7% van, kortgezegd, de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% van het restant van die loonsom. Door deze vormgeving is de verruiming voor werkgevers met een lage fiscale loonsom relatief het grootst. De vergoeding voor de Verklaring omtrent gedrag (VOG) komt niet meer ten laste van de vrije ruimte van de WKR, er komt een gerichte vrije vergoeding.
- De termijn waarbinnen een werkgever de verschuldigde eindheffing in verband met het overschrijden van de vrije ruimte van de WKR vaststelt, wordt verlengd. Het wordt mogelijk deze uiterlijk tegelijk met de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar te doen.
- De waarde van producten uit eigen bedrijf in de WKR wordt steeds gesteld op de waarde in het economische verkeer.
- De bedragen van de vrijwilligersregeling worden voortaan jaarlijks geïndexeerd. Hierbij geldt wel een rekenkundige afronding op een veelvoud van € 100. In de praktijk zal dit betekenen dat de in de wet opgenomen maxima niet ieder jaar wijzigen.
- Loonbestanddelen die verband houden met door de werkgever aan de werknemer vergoede of voor de werknemer betaalde bestuursrechtelijke dwangsommen of met die dwangsommen vergelijkbare buitenlandse dwangsommen, dan wel geldsommen in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing, worden niet langer aangewezen als eindheffingsbestanddelen. Hiervoor komt overgangsrecht. De wijziging ziet op:
- een strafbeschikking die is uitgevaardigd na 31 december 2019 of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing die na 31 december 2019 heeft plaatsgevonden;
- dwangsommen die zijn verbeurd na 31 december 2019.
Overige fiscale maatregelen 2020
Vaste inrichting
Voor de invulling van de definitie van het begrip vaste inrichting in de inkomstenbelasting, de loonbelasting en de vennootschapsbelasting zal worden aangesloten bij de definitie in het van toepassing zijnde belastingverdrag. Voor niet-verdragssituaties wordt met dit wetsvoorstel de definitie van het begrip vaste inrichting in de inkomstenbelasting, de loonbelasting en de vennootschapsbelasting in lijn gebracht met de meest recente versie van het modelverdrag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)30. De wijzigingen betreffen ook de vaste vertegenwoordiger.
Wet vermindering afdracht loonbelasting
De aanvraagsystematiek van de S&O-afdrachtvermindering wordt vereenvoudigd en verkort. Het aantal momenten per jaar waarop een S&O-verklaring kan worden aangevraagd zal worden uitge- breid van drie naar vier. Het uiterste moment van het indienen van een aanvraag te stellen wordt gesteld op de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, in plaats van ten minste een maand voorafgaand aan die periode. Termijnoverschrijding in geval van een verstoring van het digitale loket kan mogelijk verschoonbaar zijn.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2019
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief