In dit artikel staan diverse fiscale wijzigingen uit het belastingpakket 2021.

Belastingplan 2021

De bankenbelasting wordt in 2021 tijdelijk voor een jaar verhoogd.

Overige fiscale maatregelen 2021

Natuurschoonwet

  • Overgangsrecht bij niet voldoen aan de instandhoudingseis
    Na evaluatie van de NSW 1928 wordt het Rangschikkingsbesluit NSW 1928 per 1 januari 2021 aangepast. In dit wetsvoorstel is overgangsrecht opgenomen voor situaties waarin niet aan de zogenoemde instandhoudingseis van de NSW 1928 wordt voldaan doordat onroerende zaken door de wijziging van het Rangschikkingsbesluit NSW 1928 per 2021 op enig moment niet meer voldoen aan de voorwaarden om als landgoed te worden aangemerkt; door het verstrijken van de overgangstermijn in genoemd besluit of doordat de onroerende zaak, anders dan door vererving of ten gevolge van een verdeling van een gemeenschap of van een nalatenschap, een andere eigenaar krijgt. Voor deze onroerende zaken blijven nog maximaal 10 jaar de huidige voorwaarden gelden.
    De zogenoemde bezitseis blijft wel van toepassing.
  • Buitenlandse landgoederen
    Tot slot wordt voorgesteld om een in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2016 opgenomen maatregel die op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking zou treden, in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2021. Genoemde maatregel houdt in dat een onroerende zaak onder voorwaarden ook als landgoed kan worden aangemerkt wanneer die onroerende zaak buiten Nederland is gelegen en deze zaak een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed.

Invordering
Elektronisch derdenbeslag
Een van de onderdelen van het programma “Verbetering van het burgerlijk procesrecht” is de herziening van het beslag- en executierecht. Derdenbeslag kan uitsluitend elektronisch worden gelegd. De wet waarin bedoeld onderdeel is uitgewerkt, treedt per 1 januari 2021 in werking. Voor de Belastingdienst is deze inwerkingtredingsdatum onuitvoerbaar. De beoogde uitzondering voor de Belastingdienst is abusievelijk niet verwerkt in de inwerkingtredingsbepaling van de wet.

Voorgesteld wordt met ingang van 1 januari 2021 in de Invorderingswet 1990 te regelen dat de verplichting van een elektronisch derdenbeslag vooralsnog niet geldt voor de tenuitvoerlegging van een executoriale titel door de Belastingdienst.

Wet differentiatie overdrachtsbelasting

Er wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt in te voeren. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de verkrijger voldoen aan een aantal voorwaarden.

In de eerste plaats moeten de verkrijgers meerderjarig en jonger dan 35 jaar zijn. Daarnaast moet het gaan om een woning of een recht waaraan een woning is onderworpen. En zij moeten deze woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken. Ook mogen zij die vrijstelling niet eerder hebben gebruikt.

Andere natuurlijke personen – die geen starters zijn – die een woning verkrijgen, hebben recht op toepassing van het verlaagde tarief van 2%, onder de voorwaarde dat zij de woning verkrijgen om deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken.

Alle overige verkrijgingen worden vanaf 1 januari 2021 belast tegen het hogere algemene tarief. Dit algemene tarief wordt met ingang van 1 januari 2021 verder verhoogd van 6% naar 8%. Hieronder valt bijvoorbeeld de verkrijging van een vakantiewoning, een woning die ouders kopen voor hun kind en verkrijgingen door niet-natuurlijke personen, bijvoorbeeld woningcorporaties.

De beoordeling of iemand voldoet aan de criteria voor de toepassing van de vrijstelling vindt plaats op het moment waarop de woning wordt verkregen. Het moment van verkrijging is, in de situatie waarvoor een notariële akte moet worden ingeschreven in het register, het moment waarop de akte wordt opgemaakt bij de notaris.

De verkrijger die de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf wil gaan gebruiken zal op het moment van de verkrijging dit duidelijk, stellig en zonder voorbehoud tot uitdrukking moeten brengen door een schriftelijke verklaring. Bij ministeriële regeling zullen nadere regels worden gesteld over de inhoud en de wijze van aanlevering van de schriftelijke verklaring.

De leeftijdgrenzen voor de toepassing van de vrijstelling gelden per verkrijger. Het komt veelvuldig voor dat meerdere verkrijgers gezamenlijk één woning verkrijgen. In dat geval wordt de toepasselijkheid van de vrijstelling bepaald voor iedere verkrijger afzonderlijk.

De indieners van het wetsvoorstel gaan ervan uit dat de startersvrijstelling met ingang van 1 januari 2026 vervalt. Mocht een positieve evaluatie van deze vrijstelling daar aanleiding voor geven, dan kan de startersvrijstelling worden verlengd.

Wet verbetering uitvoerbaarheid van toeslagen

Veel mensen zijn de afgelopen jaren onevenredig benadeeld door de harde vormgeving van het huidige toeslagenstelsel. Het kabinet heeft gesteund door de Tweede Kamer een hervorming aangekondigd van het toeslagenstelsel. Het onderhavige wetsvoorstel voorziet in maatregelen voor de korte termijn. Met het wetsvoorstel is de Belastingdienst/ Toeslagen beter in staat maatwerk te bieden en de praktische rechtsbescherming te vergroten.

De datum van inwerkingtreding is 1 januari 2021, tenzij anders aangegeven.

De volgende maatregelen worden voorgesteld:

  • Proportioneel vaststellen van kinderopvangtoeslag
    Aan het proportioneel vaststellen van kinderopvangtoeslag wordt al uitvoering gegeven na inwerkingtreding van het Verzamelbesluit Toeslagen van 20 december 2019 (V-N 2020/20.19).
  • Matigen van een terugvordering en rente berekening bij terugvordering
    Met het matigen van een terugvordering bij een bijzondere omstandigheid wordt een discretionaire bevoegdheid gegeven aan de Belastingdienst/ Toeslagen om een lager bedrag terug te vorderen. De toets of de nadelige gevolgen van een volledige terugvordering mogelijk onevenredig zijn, vindt plaats bij het vaststellen van de beschikking tot terugvordering. Van een bijzondere omstandigheid is bijvoorbeeld sprake als een derde zonder medeweten en betrokkenheid van de belanghebbende heeft gefraudeerd. Dit leidt op zichzelf niet tot matiging van de terugvordering. In een beleidsbesluit wordt dit nader uitgewerkt.
    Overigens heeft de matiging van het terug te vorderen bedrag geen invloed op de omvang van de reeds bestaande aansprakelijkheid van de derde. De derde profiteert dus niet van de matiging van het terug te vorderen bedrag.
  • Doelmatigheidsgrens
    De doelmatigheidsgrens, waardoor toeslagen tot een bedrag van het drempelbedrag niet meer worden teruggevorderd, is gekoppeld aan de doelmatigheidsgrens in de Wet IB 2001, waardoor het bedrag ook jaarlijks wordt aangepast in het kader van de inflatiecorrectie.
  • Het naar voren brengen van een zienswijze door belanghebbende
    De mogelijkheden voor het inbrengen van een zienswijze door een belanghebbende voorafgaand aan het afgeven van een vast te stellen beschikking worden verruimd. Een belanghebbende krijgt in ieder geval een termijn van ten minste vier weken om zijn zienswijze naar voren te brengen met betrekking tot de vast te stellen beschikking. Hier gelden een drietal uitzonderingen op, te weten een beschikking wordt herzien op basis van door belanghebbende of zijn gemachtigde verstrekte gegevens, wanneer volledig aan een verzoek tot herziening van een belanghebbende of zijn gemachtigde tegemoet wordt gekomen of wanneer inkomensgegevens beschikbaar zijn gekomen uit een aangifte inkomstenbelasting die belanghebbende zelf heeft ingediend.
  • Aanvullende waarborgen ter verbetering van de rechtspositie bij informatieverplichtingen 
    Wanneer een belanghebbende diens inlichtingenplicht niet nakomt zullen meerdere stappen nodig zijn voordat een toeslag wordt stopgezet of een boete wordt opgelegd.
  • Verplichting tot informatieverstrekking voor derden
    De verplichting tot informatieverstrekking door derden geldt voor verhuurders en administratieplichtigen, zoals kinderopvangcentra, gastouderbureaus, verzekeraars en banken. Door het wetsvoorstel zijn alle kinderopvangorganisaties vanaf 1 januari 2021 verplicht om relevante gegevens maandelijks aan de Belastingdienst/ Toeslagen aan te leveren. Ook is het streven dat de Belastingdienst/ Toeslagen vier keer per jaar de bekende actuele inkomensgegevens vergelijkt met de gegevens die de belanghebbende in zijn aanvraag heeft opgegeven.
  • Motivering bij vergrijpboete
    Bij een vergrijpboete van meer dan € 340 wordt het verplicht om een uitgebreide motivering op te nemen in een boeterapport. Tevens wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen.
  • Kwijtschelding
    Voor de kwijtschelding van toeslagschulden wordt een wettelijke grondslag voorgesteld. Het inrichten van een proces voor kwijtschelden van toeslagschulden brengt momenteel echter te grote complexiteitsgevolgen met zich mee en te grote risico’s op procesverstoring. Daarom zal de voorgestelde kwijtscheldingsmogelijkheid bij een koninklijk besluit op een nader te bepalen tijdstip in werking treden.
  • Partnerschap met terugwerkende krachtEen partnerschap wordt niet langer met terugwerkende kracht naar het begin van het kalenderjaar in aanmerking genomen. Het partnerschap ontstaat pas per de eerste van de maand volgend op de gebeurtenis waardoor het partnerschap tot stand komt. De samenhang met het partnerschap voor de inkomstenbelasting wordt hiermee doorbroken.
  • Onverzekerdheid partner
    Bij onverzekerdheid van de partner krijgt de toeslagpartner die wel verzekerd is, door dit wetsvoorstel recht op 50% van de tweepersoonstoeslag. De eis van verzekerdheid van de partner vervalt hiermee.
  • Overig
    • Met dit wetsvoorstel wordt de rechtsbescherming van burgers die zich beroepen op een uitzondering op het partnerbegrip onder de Wet IB 2001 uitgebreid. Met de toevoeging van het voorgestelde tiende lid aan art. 1.2 Wet IB 2001 kan de inspecteur worden verzocht om bij een voor bezwaar vatbare beschikking te beslissen of de uitzondering op het partnerbegrip van toepassing is. Een belastingplichtige kan hiermee al in het lopende belastingjaar zekerheid krijgen of sprake is van fiscaal partnerschap, zodat de voorlopige aanslag hierop afgestemd kan worden.
    • Ten aanzien van de huurtoeslag is een aanvulling opgenomen dat, indien beide partners van dezelfde derde huren, ook een beroep op de uitzondering wegens zakelijke (onder)huur kan worden gedaan.
    • Ten aanzien van het toeslagpartnerschap met een partner die voor langere tijd is gedetineerd, wordt met dit wetsvoorstel nog geen oplossing geboden. Het kabinet is voornemens om dit op te lossen met een later nog in te dienen nota van wijziging op dit wetsvoorstel.
    • De evaluatie van de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen wordt meegenomen in de vijfjaarlijkse evaluatie van de Awir, waarvan de eerstkomende staat gepland in 2022.
    • Voor de informatieverzoeken die zijn of worden opgelegd met betrekking tot de berekeningsjaren die voor 1 januari 2021 aanvangen geldt overgangsrecht. Op deze verzoeken blijft de huidige regelgeving van toepassing.
    • Om rechtsbescherming te bieden aan derden die verplicht worden om informatie aan de Belastingdienst te verstrekken, kunnen deze partijen aanspraak maken op een vergoeding van de gemaakte kosten als zij aannemelijk maken dat er sprake is van een onrechtmatig opgelegde verplichting.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2020

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

11

Gerelateerde artikelen