In dit artikel staan alle wijzigingen op het gebied van het formele belastingrecht uit het belastingpakket 2024.
Belastingplan 2024
- De horizonbepaling bij de boetebepaling in de AWR, op grond waarvan de doen pleger, uitlokker en medeplichtige kunnen worden beboet, wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2029;
- Invordering: Ook voor de inkomstenbelasting wordt de betalingskorting bij het ineens betalen van de voorlopige aanslag afgeschaft;
- In de Invorderingswet 1990 wordt een hardheidsclausule opgenomen. Deze geeft de Minister van Financiën de bevoegdheid om tegemoet te komen aan bepaalde gevallen of groepen van gevallen waarin de toepassing van de IW 1990 leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2024
Reparaties ongewenste uitkomst invordering conserverende aanslag bij excessief lenen
Een ongewenste uitkomst van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (V-N 2023/5.6) wordt gerepareerd met betrekking tot de invordering van een conserverende aanslag.
Met de voorgestelde wijzigingen wordt geregeld dat na de emigratie het uitstel van betaling van de conserverende aanslag slechts vervalt voor zover een schuldtoename niet reeds eerder geleid tot intrekking van het uitstel van betaling en invordering van de aanslag niet plaatsvindt voor zover er bovenmatig wordt geleend van een buitenlandse vennootschappen waarin de belastingplichtige na emigratie een aanmerkelijk belang heeft verkregen.
Daarnaast wordt de verwijzing in art. 25c lid 1 IW 1990 consistent gemaakt met de introductie van een progressief tarief in box 2 per 1 januari 2024.
Herstel reguliere navorderingstermijn Douane
Door de voorgestelde wijziging wordt het doen van een onjuiste of onvolledige douaneaangifte waarbij geen sprake is van opzet, geen strafrechtelijk vervolgbare handeling meer in de zin van het Douanewetboek van de Unie (DWU). Omdat er veelal een samenloop is tussen de onjuiste en onvolledige aangiften en het niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen geldt hiervoor hetzelfde.
De voorgestelde wijziging heeft hierdoor invloed op de duur van de navorderingstermijn. Indien er geen sprake is van opzet zal in beide situaties voortaan de reguliere navorderingstermijn van drie jaar worden toegepast in plaats van de verlengde navorderingstermijn van vijf jaar. Daarnaast wordt hierdoor een bestuurlijke boete opgelegd in plaats van een stafrechtelijke sanctie. Invoering van deze wijziging is pas mogelijk per 1 juli 2024.
De aanpassing loopt vooruit op een gehele herijking van het sanctiestelsel zoals dat nu is opgenomen in de Algemene douanewet.
Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting
Belastingplichtigen kunnen foutjes in de heffing inkomstenbelasting (laten) herstellen. Dit gebeurt in de regel via indiening van een aangepast (digitaal) aangiftebiljet na een vastgestelde aanslag inkomstenbelasting. De Belastingdienst merkt deze (digitale) aangiftebiljetten nu niet aan als bezwaar, maar als een verzoek om ambtshalve vermindering en behandelt deze dienovereenkomstig.
Van deze laagdrempelige en eenvoudige manier om deze foutjes in de heffing te herstellen, wordt door de belastingplichtige en de Belastingdienst veelvuldig gebruik gemaakt. Met de invoering van de Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting vindt codificatie van de bestaande uitvoeringspraktijk plaats. Een en ander staat los van de mogelijkheid bezwaar te maken tegen de opgelegde (nieuwe) aanslag inkomstenbelasting. Het kabinet vindt dat deze huidige werkwijze voldoet aan de maatstaven van eenvoud, menselijke maat en uitvoerbaarheid en acht het in het belang van zowel de Belastingdienst als burgers om deze werkwijze te continueren.
Om te voorkomen dat belastingplichtigen worden geconfronteerd met de voorwaarden die gelden bij de behandeling van een verzoek om ambtshalve vermindering, waardoor aan hen (praktische) rechtsbescherming onthouden zou worden, wordt een aanvullende regeling voorgesteld. Deze regeling houdt in dat een onjuiste aanslag door de inspecteur ambtshalve wordt verminderd indien een verzoek daartoe is ingediend binnen de wettelijke bezwaartermijn. Concreet betekent dit dat de voorwaarden die normaliter gelden bij een verzoek om ambtshalve vermindering niet gelden bij een verzoek om ambtshalve vermindering dat wordt ingediend binnen de bezwaartermijn.
Het kabinet heeft ook onderzoek gedaan naar een wettelijke grondslag bij de omzet- en loonbelasting. Bij de omzetbelasting is gebleken dat een wettelijke maatregel geen doorgang kan vinden wegens onmogelijkheden met betrekking tot ICT. Voor de omzetbelasting wordt doorgewerkt aan een toekomstige regeling via ‘direct aanpassen’. Onder de noemer ‘direct aanpassen’ wordt momenteel onderzocht op welke wijze het formeelrechtelijke heffingssysteem, zoals dat nu volgt uit de AWR, gemoderniseerd en vereenvoudigd kan worden. Het kabinet streeft ernaar om begin 2024 het wetsvoorstel ‘direct aanpassen’ in internetconsultatie te brengen.
De wettelijke grondslag voor de huidige wijze van afdoening van aanvullingen op een eerdere aangifte loonbelasting vergt meer onderzoek. Als uit aanvullend onderzoek blijkt dat een tijdelijke wettelijke grondslag voor de loonbelasting nog steeds wenselijk is, wordt gestreefd naar een wetsvoorstel voor een wettelijke grondslag per 2025.
Wet compensatie wegens selectie aan de poort
Jaarlijks ontvangt de Belastingdienst ongeveer 12 miljoen aangiften IB/PVV. Aangiften met een mogelijk verhoogd risico op systeemfraude werden geselecteerd door middel van een selectieproces met de naam ‘Detectie en selectie aan de Poort’ (hierna Selectie aan de poort). Deze vorm van die selectie werd toegepast van 2008 tot en met het najaar van 2020.
De Belastingdienst dient criteria te gebruiken die relevant, objectief en gerechtvaardigd zijn om te controleren of fiscale wet en regelgeving juist wordt toegepast. Bij Selectie aan de poort leidde een risico in veel gevallen tot een vermelding in de registratie-applicatie Fraude Signalering Voorziening (hierna FSV). In dit systeem, dat niet voldeed aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), stonden circa 270.000 mensen geregistreerd.
Doordat selecties hebben plaatsgevonden op niet-fiscale gronden zijn aangiften gecorrigeerd die normaal gesproken niet zouden zijn beoordeeld door de inspecteur. Het ingediende wetsvoorstel geeft de grondslag voor compensatie aan de burgers waar het hier om gaat.
Uit onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van dit wetsvoorstel trekt het kabinet de conclusie dat van een onderzoekspopulatie van 18.800 belastingplichtigen bij ongeveer 9.200 belastingplichtigen objectief gerechtvaardigde criteria voor selectie zijn gevonden. Ruim 9.600 belastingplichtigen komen in aanmerking voor handmatig onderzoek.
Als na herbeoordeling van een aangifte blijkt dat selectie plaatsvond op niet-fiscale gronden volgt een forfaitaire compensatie die gelijk is aan 100 procent van het bedrag waarmee het verzamelinkomen is gecorrigeerd. Dit bedrag wordt vermeerderd met forfaitaire rentecompensatie. Wanneer in eerdere of latere jaren het verzamelinkomen is gecorrigeerd, door een onterechte selectie in een ander jaar, is ook compensatie mogelijk.
Belastingplichtigen van wie herbeoordeling van de aangifte plaatsvindt kunnen in bezwaar komen als de conclusie van een herbeoordeling is dat de aangifte op fiscale gronden is geselecteerd. Beroep, hoger beroep en beroep in cassatie is daarna ook mogelijk.
Belastingplichtigen worden waarschijnlijk in overwegende mate gecompenseerd voor alle gevolgen van de correctie voor belasting en premies en inkomensafhankelijke regelingen. Mogelijke overcompensatie is volgens het kabinet aanvaardbaard omdat dit de uitvoerbaarheid ten goede komt en op die manier compensatie sneller plaatsvindt.
Belastingplichtigen hebben de mogelijkheid om zelf een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen bij de inspecteur tot vijf jaar na het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Het is echter niet de bedoeling dat er tweemaal compensatie plaatsvindt door middel van ambtshalve vermindering én door middel van forfaitaire compensatie.
Naast de forfaitaire compensatie is aanvullende compensatie mogelijk voor direct nadeel dat ziet op de nadelige gevolgen met betrekking tot de belasting, premies en inkomensafhankelijke regelingen, zoals de huurtoeslag. Belastingplichtigen worden geïnformeerd over deze mogelijkheid bij het toekennen van de forfaitaire compensatie.
Aanvullende compensatie ziet niet op immateriële schade of andere materiële schade. Hiervoor kunnen belastingplichtigen zich wenden tot bestaande schadeprocessen binnen de Belastingdienst omtrent de gevolgen door FSV.
Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM
Het wetsvoorstel is een reactie op de signalen vanuit onder meer de Belastingdienst en de rechtspraak over de hoge instroom van WOZ- en BPM-zaken die worden ingediend door no-cure-no-pay-gemachtigden.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- De proceskostenvergoedingen voor WOZ- en BPM-zaken wordt verlaagd door vermenigvuldiging met de factor 0,25 als de bestreden beschikking wordt vernietigd of gewijzigd. Voor overige gevallen worden de proceskostenvergoedingen verlaagd door vermenigvuldiging met de factor 0,10.
- De hoogte van de immateriële schadevergoedingen bij WOZ- en BPM-zaken worden verlaagd van € 500 naar € 50 per halfjaar waarmee de redelijke termijn wordt overschreden.
- Uitbetalingen die voortvloeien uit een beslissing op bezwaar of een uitspraak in een beroepsprocedure vinden uitsluitend plaats op een bankrekening die op naam staat van de belanghebbende.
- De wijzigingen die zien op het toekennen van proceskostenvergoedingen en de hoogte van de immateriële schadevergoeding bij overschrijding van de redelijke termijn vinden voor het eerst toepassing met betrekking tot een bezwaar tegen een na 1 januari 2024 bekendgemaakt besluit en voor een beroep, hoger beroep, verzet, beroep in cassatie tegen of een verzoek om herziening van een na 1 januari 2024 bekendgemaakte beslissing of uitspraak.
------------------------
Lees ook de wijzigingen uit het belastingpakket 2024 in de:
- Inkomstenbelasting
- Loonbelasting
- Vennootschapsbelasting
- Autobelastingen
- Vastgoed en eigen woning
- Milieubelastingen