Om nog gebruik te kunnen maken van de overgangsregeling moeten overeenkomsten, gesloten voor 1 juli 2015, uiterlijk 31 december 2016 juridisch zijn geëffectueerd.
Achtergrond
Met het vervallen van de btw-integratielevering per 1 januari 2014 werd het fiscaal interessanter de vestiging van een zakelijk recht voor de btw als een dienst te kwalificeren. Door de vergoeding laag te houden (lager dan de waarde in het economische verkeer) kwalificeerde de vestiging van een dergelijk recht als btw-vrijgestelde verhuur. De latere overdracht van een bouwterrein of nieuw gebouw kon dan (veelal) zonder heffing van btw plaatsvinden. Wel was er dan overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde in het economische verkeer.Dat was aanleiding de regelgeving te wijzigen.
Sinds 2015 wordt de vestiging of overdracht van zakelijke rechten voor onbepaalde tijd op onroerende zaken in (nagenoeg) alle gevallen aangemerkt als een levering voor de btw. Indien de onderliggende onroerende zaak een bouwterrein of een nieuw gebouw is, moet over een dergelijke levering nu btw worden berekend. De btw wordt berekend over de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak waarop het recht betrekking heeft.
Overgangsregeling loopt af
Om tegemoet te komen aan signalen uit de praktijk is er voorzien in een overgangsregeling. Dit komt er op neer dat voor overeenkomsten die vóór 1 juli 2015 zijn gesloten en waarbij de vergoeding lager is dan de waarde in het economische verkeer nog mag worden uitgegaan van een prestatie die is vrijgesteld van btw.
De daadwerkelijke vestiging van dat zakelijke recht moet dan uiterlijk op 31 december 2016 juridisch geëffectueerd zijn. Bij toepassing van de overgangsregeling wordt dan geen btw geheven maar overdrachtsbelasting.
Bron: PwC
2