De Raad van State voorziet problemen als de Eerste Kamer de nieuwe huurwet van demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) zonder aanpassingen goedkeurt. De wet moet huurprijzen van honderdduizenden huizen in het middensegment verlagen en geldt voor bewoners van een zelfstandige woning. Maar volgens de kabinetsadviseur blijft onduidelijk wanneer sprake is van het laatste.

Het advies gaat over twee besluiten waarin maatregelen die worden genomen in de nieuwe wet preciezer staan uitgewerkt. De raad ziet geen grote bezwaren bij deze besluiten, maar heeft wel opmerkingen.

Momenteel vallen woningen met een maximale huurprijs van circa 880 euro onder het zogeheten puntenstelsel. De maximale huurprijs wordt daardoor bepaald aan de hand van eigenschappen van deze huizen, zoals het aantal vierkante meters en het energielabel. Door de nieuwe wet zullen ook woningen tot ruim 1100 euro onder dit systeem vallen.

Het puntenstelsel wordt van toepassing op huizen met een of twee bewoners of op een "duurzaam gemeenschappelijk huishouden" van drie of meer personen. Het blijft in de wetstekst onduidelijk wat dat laatste precies betekent, vindt de raad.

Bovendien voorziet de kabinetsadviseur problemen bij mensen die niet zo'n gemeenschappelijk huishouden hebben. Dat kan bijvoorbeeld gaan om starters die door woningnood samen een huis hebben gehuurd. Als voor deze groep andere regels gaan gelden, kan dat vervelende financiële gevolgen hebben.

De raad merkt bovendien op dat er geen overgangsregeling is voor mensen die op dit moment een onzelfstandige woning hebben en plots ook te maken krijgen met de nieuwe regels.

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 25 april 2024 aangenomen. De Eerste Kamer behandelt het wetsvoorstel binnenkort. Het voornemen is dat de Wet betaalbare huur vanaf 1 juli 2024 ingaat.

Bron: Raad van State

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht, Huurrecht

1192

Gerelateerde artikelen