Het Register Belastingadviseurs ziet dat het kabinet probeert het begrip werkelijk rendement en de toegang tot een nog te presenteren tegenbewijsregeling box 3 zo beperkt mogelijk wil maken. De beroepsorganisatie pleit er dan ook voor dat álle belastingplichtigen, dus ook de massaalbezwaarmakers en niet-bezwaarmakers, toegang krijgen tot de tegenbewijsregeling en dat het kabinet niet moet vasthouden aan de vijfjaarstermijn.
Deze tegenbewijs regeling biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement dat de Belastingdienst hanteert. Door bepaalde groepen uit te sluiten van deze regeling, worden zij benadeeld ten opzichte van anderen die wel gebruik kunnen maken van de tegenbewijsregeling. Dit zorgt volgens het RB bij veel belastingplichtigen tot een gevoel van onrechtvaardigheid. De beroepsorganisatie vreest daarom dat veel belastingplichtigen ook tegen de tegenbewijsregeling box 3 weer zullen gaan procederen. "Dit leidt bij veel belastingplichtigen en belastingadviseurs tot box 3-moeheid", aldus het RB.
Het RB verbaast zich er ook over waarom in de berekening van de rendementen geen rekening wordt gehouden met de kosten. In tegenstelling tot hetgeen de Hoge Raad in zijn juni-arresten heeft geoordeeld, was het namelijk de bedoeling van de wetgever bij de invoering van het nieuwe box 3-syteem per 1 januari 2017 dat huurinkomsten worden gesaldeerd tegen de kosten die verband houden met onroerende zaken. Ook de Belastingdienst stond in eerste instantie achter een kostenaftrek gezien de oorspronkelijke versie van het kennisgroepstandpunt 'Individuele en buitensporige last in box 3'. Inmiddels heeft de dienst in een nieuwe versie van dit standpunt de kritieke zin “Hierbij mag rekening worden gehouden met de op dat rendement betrekking hebbende kosten.” verwijderd. De beroepsorganisatie vindt daarom dat als in de tegenbewijsregeling box 3 is opgenomen dat huurinkomsten tot het werkelijk rendement behoren dat de kosten van de onroerende zaak dan ook aftrekbaar moeten zijn.
De Kamercommissie van financiën vergadert op 30 januari a.s. over box 3.
Bron: RB