Woningverhuurders, huurders, woningcorporaties, gemeenten en minister Mona Keijzer hebben gereageerd op cijfers van het Kadaster waaruit blijkt dat investeerders in het laatste kwartaal van vorig jaar veel meer huurwoningen verkochten.

Woningverhuurders roepen het kabinet op tot directe actie om huurwoningen voor de middenklasse in Nederland te behouden. Volgens de branchevereniging Vastgoed Belang van particuliere verhuurders bevestigen de Kadaster-cijfers dat steeds meer huurwoningen verdwijnen. Uit de cijfers blijkt dat investeerders vorig jaar tienduizenden huurwoningen verkochten, met een gemiddelde verkoopprijs onder de 400.000 euro. Op basis van deze gegevens, en ervaring uit de praktijk, concludeert de organisatie dat 90 procent van de verkochte huurwoningen een gereguleerde huur had. Een woning onder de 400.000 euro kan met de huidige regelgeving vrijwel alleen sociale- of middenhuur zijn geweest, aldus de branchevereniging.

"De cijfers van het Kadaster tonen nogmaals aan dat het investeringsklimaat voor Nederlandse huurwoningen enorm is verslechterd", zegt ook de grote woninginvesteerder Heimstaden. De buitenlandse partij, die in Nederland bijna 13.000 huurwoningen aanbiedt, hekelt vooral de vorig jaar ingevoerde Wet betaalbare huur. "Terugdraaien van de wet zou het beste zijn, maar in het huidige politieke klimaat lijkt dat geen realistische optie. Het is daarom cruciaal dat er zo snel mogelijk flankerende fiscale reparaties komen."

De Wet betaalbare huur stelt een maximale huurprijs vast voor woningen in het middensegment, waardoor ze voor investeerders minder rendabel zijn. Hierdoor gaan nu veel huurwoningen in de verkoop. Onder meer president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) uitte vorig jaar flinke kritiek op de wet. Volgens hem deed het kabinet er verstandig aan deze terug te draaien. Deze opmerking veroorzaakte veel politieke ophef.

Heimstaden denkt dat het gezien de politieke realiteit slimmer is om andere opties te overwegen. "De afgelopen weken is er terecht veel aandacht geweest voor de noodzaak van reparatie in box 3, maar om investeren in Nederlandse huurwoningen vanuit Europees perspectief weer enigszins concurrerend te maken zijn ook andere maatregelen nodig. Denk daarbij vooral aan normalisering van de rigide renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting en verlaging van de overdrachtsbelasting naar 6 procent of lager."

Zorgelijk

Minister Mona Keijzer noemt de toegenomen verkoop van huurwoningen door investeerders "zorgelijk" en zint op maatregelen. "In tijden van woningnood moet het aanbod van betaalbare huurwoningen groeien" aldus de BBB-bewindsvrouw. "Door de verkopen is de totale voorraad private huurwoningen nu licht gedaald."

De maatregelen waar Keijzer op broedt, en waarover zij de Tweede Kamer eind volgende maand verwacht te informeren, moeten particuliere verhuurders "meer flexibiliteit" bieden. "Betaalbaar verhuren moet rendabel zijn", vindt de minister. Partijgenoten Henk Vermeer en Marieke Wijen-Nass dringen bij Keijzer aan op haast. "Minder aanbod betekent hogere huurprijzen en langere wachtlijsten, waardoor de woningcrisis alleen maar verder escaleert." De Kamerleden zien de hogere belasting op vastgoedrendement en strengere regelgeving als de hoofdoorzaken. Niet alleen huurders, maar ook verhuurders verdienen meer bescherming, vinden zij.

VVD'er Peter de Groot spreekt van "desastreuze cijfers" die duidelijk maken dat de huurwet van De Jonge de particuliere huurmarkt "de nek omdraait". Het verdwijnen van tienduizenden huurwoningen "staat haaks op de doelstelling om meer huurwoningen te realiseren", aldus de liberaal. "Ik verwacht actie van de minister."

Coalitiegenoot NSC ziet ook positieve kanten aan de cijfers van het Kadaster. "Dat middenhuurders nu betaalbaar kunnen kopen is geweldig nieuws", vindt Kamerlid Merlien Welzijn. Toch waarschuwt ook zij dat vastgoed niet als "fiscale flappentap" moet worden gezien. "Goede verhuurders moeten een nette boterham kunnen verdienen en huren moeten betaalbaar zijn."

Verlaging box 3-heffing

Huurders, woningcorporaties en gemeenten willen juist dat de vorig jaar ingevoerde huurwet niet wordt aangepast. Het aanpassen van de Wet betaalbare huur kan voor huurders "grote negatieve gevolgen hebben", waarschuwen de vertegenwoordigers van huurders, corporaties en gemeenten. "Goed bestuur betekent wetgeving die vorig jaar om goede redenen is ingevoerd in stand houden", stellen zij. De partijen benadrukken dat verhuurders vooral behoefte hebben aan duidelijke regels en een stabiel investeringsklimaat. Veranderingen aan de huurwet zouden niet in hun belang zijn.

"Als aanpassingen nodig zijn om investeringen in middenhuur interessant te laten zijn voor particuliere verhuurders, dan ligt het meer voor de hand de box 3-heffing te verlagen dan de Wet betaalbare huur aan te passen", zeggen de huurders, gemeenten en corporaties. "Dat heeft een veel grotere impact op het verdienmodel van deze verhuurders en bovendien zadelt het huurders niet op met onredelijk hoge huurprijzen."

De partijen stellen daarnaast dat particuliere verhuurders al in 2021 begonnen met het verkopen van woningen. Dat is "ruim voor de inwerkingtreding van de wet in 2024". De verkoop is nu verder toegenomen. In de tien jaar daarvoor kochten beleggers bovendien op grote schaal woningen op en verhuurden deze tegen hoge huren, aldus de partijen.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Inkomstenbelasting, Huurrecht

77

Gerelateerde artikelen