De Stichting Fair Huur voor verhuurders is niet-ontvankelijk in vorderingen tegen de Staat en de Woonbond. Vorderingen van een aantal verhuurders uit Amsterdam, Haarlem en Leiden zijn afgewezen. Dit oordeelt Rechtbank Den Haag in een procedure die was aangespannen tegen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA).

In deze procedure ging het om de vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van verhuurders door een zogenaamde ‘WOZ-cap’ op te nemen in het Woningwaarderingsstelsel van het Besluit huurprijzen woonruimte (WWS). Op basis van het WWS worden punten gegeven of afgetrokken voor de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning. De WOZ-cap is een beperking van het aantal punten dat een huurwoning kan ‘verdienen’.

Fair Huur vertegenwoordigt honderden verhuurders, met duizenden woningen in beheer. Fair Huur heeft aan de rechtbank gevraagd te oordelen dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld. Volgens Fair Huur was er vóór de invoering van de WOZ-cap sprake van normale marktwerking zoals die oorspronkelijk was voorzien in het WWS.

De rechtbank oordeelt dat Fair Huur als belangenbehartiger niet-ontvankelijk is. De vorderingen van de individuele verhuurders worden afgewezen. De Staat mocht na de stelselwijziging in 2015 een zogenaamde weeffout met de WOZ-cap over te hoge WOZ-punten voor huurwoningen in Amsterdam repareren. Daarmee is er sprake van regulering van en inmenging in de eigendomsrechten van eisers, maar geen sprake van schending van hun eigendomsrechten. De reden voor de inmenging is van algemeen belang en de genomen maatregel is proportioneel en niet-discriminerend. De individuele verhuurders hebben niet aangetoond dat de WOZ-cap voor hen persoonlijk onevenredig zwaar is.

WAMCA-procedure voor individuele gedupeerden

De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) maakt het voor gedupeerden mogelijk om een gezamenlijke vordering in te stellen en schade collectief te verhalen. Vanaf nu zal de rechtbank individuele eisers niet-ontvankelijk verklaren, omdat de wetgever uitdrukkelijk heeft bepaald dat individuele gedupeerden in een WAMCA-procedure geen partij zijn. In deze zaak heeft de rechtbank de eisen van de individuele eisers nog wel beoordeeld omdat de procedure al was gestart voor het eerste vonnis waarin deze rechtbank heeft geoordeeld dat vorderingen van individuele eisers niet in een WAMCA-procedure worden beoordeeld.

Het oordeel van de rechtbank heeft nummer ECLI:NL:RBDHA:2025:2062.

Bron: Rechtbank Den Haag

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Waardering onroerende zaken

172

Gerelateerde artikelen