De rechter in Den Haag komt uiterlijk op 19 maart met een uitspraak in het kort geding dat is aangespannen door Koninklijke Horeca Nederland (KHN) om een beloofde aanvulling op de zogeheten TVL-coronasteun zo snel mogelijk te laten uitbetalen. Volgens de brancheorganisatie is ook het tijdstip van het uitbetalen van die steun cruciaal voor ondernemingen om te overleven.
Veel eigenaren van restaurants en cafés hebben eind februari bericht gekregen van de overheid dat dit geld niet zoals verwacht eind februari zal worden betaald, maar "binnen zestien weken". De vertraging zou onder meer te maken hebben met "ingrijpende systeemwijzigingen". Het is de bedoeling dat de aanvulling op de TVL-steun van eind vorig jaar nu tegelijk wordt uitbetaald met het voorschot voor het eerste kwartaal.
De advocaat van KHN zei niet te begrijpen waarom de systeemwijzigingen niet waren voorbereid. Volgens hem was daarvoor zeker twee maanden de tijd. "Het is bekend dat computersystemen bij de overheid niet goed werken", zei de advocaat, die onder meer de recente problemen bij het doen van belastingaangiftes noemde. "In een land als Nederland mag je verwachten dat het op orde is. Besteed het desnoods uit, goedkoop is duurkoop."
Een juriste van de Nederlandse staat verklaarde dat door de overheid altijd wordt gezocht naar de meest effectieve en efficiëntste manier om de uitbetalingen aan ondernemers te doen. "Maar snelheid kan niet voor alles gaan. Een beperkende factor is dat alle uitkeringen moeten worden herleid naar individuele ondernemers", zei ze. "Ook moet worden voorkomen dat er moet worden teruggevorderd." Daarnaast zou een late goedkeuring van de aanvullende TVL-vergoeding door de Europese Commissie tot vertraging hebben geleid.
Volgens de juriste van de overheid moet KHN niet ontvankelijk worden verklaard, omdat een kort geding niet de juiste route is om grote groepen ondernemers eerder uit te laten betalen. "Dat is niet een sympathiek standpunt, maar wel noodzakelijk."
De TVL, voluit Tegemoetkoming Vaste Lasten, is bedoeld voor mkb-ondernemers en zelfstandigen die door de coronamaatregelen veel omzet verliezen, maar wel doorlopende vaste lasten hebben. In december is door de overheid besloten dat de hoeveelheid subsidie voor een ondernemer afhankelijk zou worden van diens omzetverlies. Bij 30 procent omzetverlies is het subsidiepercentage 50 procent. Bij 100 procent omzetverlies loopt dit op naar 70 procent.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Financiële administratie, Fiscaal ondernemingsrecht
Dossiers: Corona