De Dienst Toeslagen krijgt langer de tijd om te reageren op bezwaren van gedupeerden in de toeslagenaffaire. Ook wordt de dwangsom per dag dat ze de termijn hebben overschreden verlaagd. Dat is de beslissing van Rechtbank Midden-Nederland in drie zogenoemde ‘beroepen niet tijdig beslissen’ die zijn gestart door gedupeerden.

Het lukt de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, onderdeel van de Dienst Toeslagen, nog steeds niet om op tijd te beslissen op ingediende bezwaren van gedupeerden van de toeslagenaffaire. Dat blijkt meer tijd in beslag te nemen dan de wet voorschrijft. In de wet staat dat de dienst binnen twaalf weken moet reageren op het eerste bezwaar, maar in de praktijk wordt deze termijn niet of nauwelijks gehaald. Dit probleem is al langer bekend.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft over de beslistermijnen ook al in augustus 2023 een uitspraak gedaan. Daarna heeft de wetgever opnieuw de beslistermijnen van de Wet hersteloperatie toeslagen bekeken en bepaald dat alleen die van de aanvragen om aanvullende compensatie via de Commissie Werkelijke Schade verlengd worden. Ondertussen blijven de andere bezwaar- en beroepszaken over de afhandeling van de toeslagenaffaire en het niet tijdig beslissen zich opstapelen.

De rechtbank heeft zich daarom in deze drie zaken gebogen over het nut van de huidige beslistermijnen voor beroepen niet tijdig beslissen in bezwaar en over de vraag of er nieuwe termijnen nodig zijn. In afwachting van een tweede uitspraak van de Afdeling oordeelt de rechtbank dat dit inderdaad het geval is. De huidige beslistermijnen zijn niet realistisch en het aantal procedures en dwangsommen stapelt zich op.

In de praktijk betekent dit dat de Dienst Toeslagen voortaan veertig weken mag doen over een beroep niet tijdig beslissen in plaats van twaalf weken. Bij tweede en volgende beroepen mag de Dienst Toeslagen hier twintig weken in plaats van zes weken over doen, na de datum waarop de uitspraak naar de partijen is verzonden.

Als het de Dienst Toeslagen niet lukt om aan die termijn te voldoen, volgt er een rechterlijke dwangsom. Die dwangsom wordt verlaagd van 100 naar 50 euro per dag met een maximum van 15.000 euro. Rechtbank Midden-Nederland volgt hierin de lijn die Rechtbank Rotterdam eerder hanteerde in soortgelijke zaken. Binnenkort zal de Afdeling het hoger beroep daartegen behandelen.

De uitspraken hebben het nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:6003.

Bron: Nieuws

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

112

Gerelateerde artikelen