De zaak (Rechtbank Noord-Holland 16 juli 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:7653) gaat om een man die in juni 2016 een eigen woning koopt. Voor de financiering van deze aankoop sluit hij bij zijn eigen BV een mondeling overeengekomen lening. Bij de aangifte inkomstenbelasting over het belastingjaar 2017 voert hij de lening op als eigenwoningschuld en trekt hij de rente af.

De inspecteur is van mening dat de lening niet kwalificeert als eigenwoningschuld in de zin van art. 3.119a Wet IB 2001 en weigert de renteaftrek. De man legt de zaak voor aan de rechter.

De man is van mening hij wel recht op renteaftrek heeft en verwijst daarvoor naar een schriftelijke overeenkomst met zijn BV gedateerd januari 2018. Ook deelt hij een aantal e-mails waarin hij met zijn BV correspondeert over de lening. Daarnaast heeft de man op 21 december 2017 het totaal verschuldigde rente- en aflossingsbedrag vanaf datum geldverstrekking (juni 2016) naar zijn geldverstrekker overgemaakt. Volgens de man heeft hij overtuigend aangetoond dat de lening voldoet aan de eisen de wet stelt aan een eigenwoningschuld.

De rechter oordeelt dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat er bij het aangaan van de lening een annuïtaire aflossingsverplichting in de zin van art. 3.119a lid 1 Wet IB 2001 is overeengekomen. De lening kwalificeert dan ook niet als eigenwoningschuld. Het gelijk is aan de Belastingdienst.

Belang voor de praktijk

Om in aanmerking te komen voor renteaftrek moet er sprake zijn van een eigenwoningschuld (art. 3.119a Wet IB 2001). Een eigenwoningschuld is het gezamenlijke bedrag van de schulden van de belastingplichtige:

• die zijn aangegaan in verband met een eigen woning;
• ter zake waarvan een contractuele verplichting geldt tot het gedurende de looptijd ten minste
  annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen overeenkomstig art. 3.119c Wet IB 2001;
• ter zake waarvan aan de verplichting tot aflossing wordt voldaan (aflossingseis), en
• ter zake waarvan, ingeval art. 3.119g Wet IB 2001 van toepassing is, aan de verplichting tot informatieverstrekking, bedoeld in dat artikel, wordt voldaan.

Met name bij leningen in de familiesfeer of bij de eigen BV is het van belang dat je kan aantonen dat de lening aan de eisen van een eigenwoningschuld voldoet. De procedure voor Rechtbank Noord-Holland maakt duidelijk dat een mondelinge overeenkomst en e-mails bewijskracht missen.

Bron: Legal & Tax Nationale Nederlanden