Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft december vorig jaar in diverse zaken geoordeeld dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ten onrechte geen Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) heeft verleend aan drie ondernemers omdat de eerste omschrijving van de bedrijfsactiviteit in het handelsregister niet leidend mag zijn bij de beoordeling. De RVO gaat nu de gevolgen van de CBB-uitspraken onderzoeken voor de bezwaren over de SBI-codes die door de dienst ongegrond zijn verklaard.

Dat schrijft staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken in antwoord op Kamervragen. De RVO mag in eerste instantie uitgaan van de volgorde van de activiteiten, zoals opgenomen in het Handelsregister. Als een ondernemer bij de RVO in bezwaar bestrijdt dat deze gegevens juist zijn, moet de RVO nader onderzoek doen naar de feitelijke hoofdactiviteit van de ondernemer. In de CBb-zaken van vorig jaar hebben de ondernemers met succes aangetoond dat een nevenactiviteit eigenlijk hun hoofdactiviteit was, zodat deze ondernemers alsnog een hogere subsidie ontvingen.

Per bezwaar gaat de RVO vaststellen of de uitspraken van invloed kunnen zijn op het besluit en, zo ja, of er nadere informatie van de ondernemer nodig is om de zaak zorgvuldig te kunnen beoordelen. Alle ondernemers die op dit punt bezwaar hebben gemaakt zullen hier over worden geïnformeerd.

Aantal aanvragen TVL verdubbeld in laatste kwartaal 2020

Ruim 90.000 ondernemers en zelfstandigen dienden een aanvraag in voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten voor het laatste kwartaal van 2020 (TVL Q4 2020). Dit betekent bijna een verdubbeling van het aantal aanvragen in vergelijking met de vorige TVL.

De TVL Q4 2020 stond open voor alle mkb-ondernemers die tussen 1 oktober en 31 december 2020 meer dan 30% omzetverlies hebben geleden door de coronacrisis. In tegenstelling tot de vorige TVL-regeling konden ook ondernemers die indirect door de coronabeperkingen werden getroffen, zoals toeleveranciers en de transportsector, gebruik maken van de regeling.

Het kabinet kondigde op 9 december aan dat het subsidiepercentage van de TVL Q4 meestijgt met het omzetverlies tot maximaal 70%. Daarbij is het maximumbedrag verhoogd tot € 90.000. Deze aanpassing voert de RVO de komende tijd door in de systemen en wordt verwerkt bij de definitieve uitbetaling.

Verplicht gesloten horecagelegenheden en detailhandel hadden naast de TVL-subsidie recht op een eenmalige toeslag om te helpen met de kosten voor de voorraad en aanpassingen aan de coronaregels. Ruim 21.000 gesloten eet- en drinkgelegenheden en 7.300 winkels komen hiervoor in aanmerking. De toeslag voor de detailhandel wordt verwerkt bij de definitieve uitbetaling.

TVL in 2021

Het kabinet besloot de TVL-regeling tot en met 30 juni te verlengen. Ondernemers die eerder gebruik konden maken van de TVL kunnen naar verwachting vanaf medio februari een aanvraag doen voor de eerste periode van 2021 (TVL Q1 2021). Ook de evenementenmodule voor het laatste kwartaal van 2020 gaat naar verwachting half februari open. Voor bedrijven die voor het eerst toegang krijgen tot de TVL, zoals bedrijven met meer dan 250 werknemers, volgt openstelling van de regeling later dit kwartaal.

Bron: Ministerie van Economische zaken/RVO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Financiële administratie, Fiscaal ondernemingsrecht

Dossiers: Corona

5

Gerelateerde artikelen