Wanneer de bank een consument overcrediteert met een hypothecaire geldlening, is de bank in principe een schadevergoeding verschuldigd aan die consument. De schadevergoeding is inclusief de reeds genoten fiscale renteaftrek, zo blijkt uit een uitspraak van de geschillencommissie van het financiële klachteninstituut Kifid.
Banken (en andere kredietverstrekkers) mogen een consument niet ongelimiteerd krediet geven. Zij mogen slechts een krediet verstrekken wanneer de consument de lasten, die met dat krediet gepaard gaan, ook kan dragen. Op de bank rust een onderzoeksplicht om dit na te gaan. Verleent de bank toch een te groot krediet dan kan de consument een schadevergoeding eisen.
De consument die klaagde bij het Kifid nam een hypothecaire geldlening van € 264.000 bij de bank terwijl er geen rekening werd gehouden met een lening van € 213.958 die de consument van zijn ouders had gekregen. De bank dacht dat het om een schenking ging. De geschillencommissie besliste al in een tussenuitspraak dat de consument recht heeft op een schadevergoeding vanwege de forse overcreditering.
De bank vindt dat het belastingvoordeel dat de consument heeft genoten in de vorm van renteaftrek, op de schade in mindering moet worden gebracht. Daar is de geschillencommissie het in de einduitspraak niet mee eens. De door de bank in deze zaak aan de consument te vergoeden schade is één-op-één gekoppeld aan de rente die de consument in het verleden van zijn inkomen heeft afgetrokken. De consument zal de schadevergoeding in het jaar waarin hij deze van de bank ontvangt, bij zijn inkomen in box 1 moeten optellen.
Bovendien zal de Belastingdienst de renteschade aanmerken als correctie op de eerder in aftrek gebrachte rente en de schadevergoeding beschouwen als belastbare inkomsten. De commissie oordeelt daarom dat de renteaftrek niet in mindering mag worden gebracht op de schade die de bank aan de consument moet vergoeden.
Bron: Kifid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting