Meerdere grote Nederlandse scheepvaartbedrijven betalen geen tot nauwelijks belasting. De bedrijven profiteren van de tonnageregeling, zo blijkt uit onderzoek van de NOS. Rederijen pleiten voor nog meer belastingvoordeel voor de scheepvaart om hun positie in de internationale, maritieme redersmarkt vast te houden.
Rederijen die gebruikmaken van de tonnageregeling betalen geen belasting over hun winst, maar over het netto laadvermogen van het schip. Het kan dus zo zijn dat een bedrijf verlies lijdt, maar toch belasting moet betalen. Of juist heel veel winst en maar een klein beetje belasting.
De regeling werd in 1996 ingevoerd om de Nederlandse scheepvaart te steunen. "Het ging toen slecht met de vloot, het aantal schepen onder de Nederlandse vlag nam af", zegt Lodewijk Wisse, dossierhouder fiscale zaken bij de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders. "De tonnageregeling moest het maritieme vestigingsklimaat een zetje geven, en dat heeft het gedaan."
Inmiddels hebben alle maritieme landen een voordelige belastingregeling. Versoberen ervan is daardoor volgens de reders geen oplossing meer. "Dat is de ellende van een mondiaal speelveld. Als je nu als enige land versobert, dan is je maritieme ondernemersklimaat de sjaak", zegt Wisse tegen de NOS. De angst is dat de Nederlandse vloot dan weer zal rap krimpen. En dat in een tijd waarin Nederland toch al marktaandeel verliest. Wisse pleit dus eerder voor een uitbreiding van de regeling. "In landen als Cyprus en Denemarken vallen werkschepen die nodig zijn voor de bouw van windparken ook onder de tonnageregeling. Dat zou hier ook zo moeten zijn", vindt Wisse.
Bron: NOS
Informatiesoort: Nieuws