Rechtbank Noord-Holland stelt de Belastingdienst grotendeels in het gelijk in enkele zaken waarbij het gaat over verrekenprijscorrecties van British American Tobacco (BAT), de grootste tabaksfabrikant ter wereld. De winst is ruim 300 miljoen hoger dan de multinational bij de Belastingdienst heeft aangegeven. Over deze winst moet de fabrikant alsnog belasting betalen.
In 2019 kwam BAT voor het eerst negatief in het nieuws. NRC onthulde destijds dat de Nederlandse Belastingdienst 1 miljard euro eiste van BAT wegens vermeende belastingontwijking tussen 2003 en 2016. In september 2020 startte Rechtbank Noord-Holland de behandeling van het langlopende fiscale geschil.
De tabaksfabrikant heeft vennootschappen in Nederland en in het buitenland. Voor de fabricage van zijn producten vinden er binnen het concern vele transacties plaats. Voor die transacties hebben de vennootschappen vergoedingen met elkaar afgesproken, de zogenoemde verrekenprijzen.
De Belastingdienst vindt dat een deel van de verrekenprijzen niet zakelijk is en dat de Nederlandse vennootschap daarom te veel voor de transacties heeft betaald. Daardoor heeft de Nederlandse vennootschap te veel kosten van de winst afgetrokken. Het gevolg is dat in Nederland een aantal jaren volgens de Belastingdienst te weinig belasting is betaald. De Belastingdienst heeft de tabaksfabrikant hiervoor drie boetes opgelegd van samen bijna vier miljoen euro.
BAT is het niet met de Belastingdienst eens. De fabrikant vindt dat alle vergoedingen zakelijk zijn en dus volledig aftrekbaar. De boetes zijn volgens de tabaksfabrikant ten onrechte opgelegd.
Boetes geschrapt
De rechtbank stelt de Belastingdienst grotendeels in het gelijk. Van een deel van de transacties is niet bewezen dat de afgesproken vergoedingen ook tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Dit leidt ertoe dat ruim 300 miljoen euro niet aftrekbaar is. Daarover moet de tabaksfabrikant alsnog belasting betalen.
Wel heeft de Belastingdienst ten onrechte de aftrek geweigerd van kosten van een mislukte marktintroductie van een sigaret in het buitenland. Daarnaast krijgt de tabaksfabrikant gelijk op het punt van rente en kosten van een obligatielening.
De rechtbank heeft de boetes verminderd met 60.000 euro, omdat de behandeling van de zaken veel tijd in beslag heeft genomen. Daarnaast zijn twee boetes tot een bedrag van in totaal ruim 2.500.000 euro geschrapt, omdat de Belastingdienst voor één correctie niet heeft bewezen dat de tabaksfabrikant op dat punt opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan.
De uitspraken hebben de nummers ECLI:NL:RBNHO:2022:8937 en ECLI:NL:RBNHO:2022:8936.
Bron: Rechtbank Noord-Holland
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht
Carrousel: Carrousel