De voorgestelde stapsgewijze verlaging van de zelfstandigenaftrek is per saldo ongunstig voor zelfstandigen met een winst boven de € 100.000. Bij een zeker inkomen is de arbeidskorting namelijk volledig afgebouwd.
Dat verduidelijkt staatssecretaris Snel (Financiën) in de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2020. Door de verhogingen van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting gaan de meeste zelfstandigen er de komende jaren echter op vooruit.
Verkleinen verschil tussen zelfstandigen en werknemers
Om het verschil in fiscale behandeling tussen zelfstandigen en werknemers te verkleinen, stelt het kabinet in het Belastingplan 2020 voor om de zelfstandigenaftrek gefaseerd te verlagen tot € 5.000 in 2028 en de arbeidskorting extra te verhogen. Door deze extra verhoging van de arbeidskorting gaan de meeste zelfstandigen de komende jaren per saldo niet meer inkomstenbelasting betalen dan nu.
Effecten
Staatssecretaris Snel legt uit dat zelfstandigen met een inkomen tot ongeveer € 26.000 geen inkomstenbelasting betalen en de meeste zelfstandigen met een inkomen tot grofweg € 100.000 tot en met 2022 profiteren van de extra verhogingen van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting.
Zelfstandigen met een winst boven de € 100.000 gaan vanaf 2020 meer inkomstenbelasting betalen dan nu. Zij hebben geen recht meer op arbeidskorting en ondervinden nadeel van de tariefmaatregel voor bepaalde aftrekposten uit het Belastingplan 2019. Voor de zelfstandige met een winst boven € 150.000 wordt het effect van deze tariefmaatregel weer ruimschoots gecompenseerd door de verlaging van het toptarief in 2020.
Bron: Avanzer Nieuws