Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een DGA niet verplicht is om mee te werken aan conversie van het ouderdomspensioen gevolgd door omzetting in een ODV. Wel moet er een bankgarantie worden gesteld.

De zaak (20 september 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:5229) verloopt als volgt. Een BV bouwt ten behoeve van haar DGA pensioen in eigen beheer op. De DGA en zijn partner gaan scheiden. De ex eist:

  1. conversie van het te verevenen ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen;
  2. omzetting van het geconverteerde deel in een oudedagsverplichting (ODV);
  3. overdracht van het te converteren kapitaal aan een eigen pensioen-BV.

Ten aanzien van de eerste eis concludeert de rechtbank dat conversie van het te verevenen ouderdomspensioen conform artikel 5 van de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding slechts mogelijk is met instemming van beide partners. Nu de DGA niet instemt kan er geen sprake zijn van conversie.

Ten aanzien van de tweede en derde eis, omzetting in een ODV en afstorting naar een eigen pensioen-BV, oordeelt de rechtbank dat deze wijze van afstorten niet redelijk en ook niet billijk is. Wel dient de BV ten behoeve van de ex een bankgarantie te stellen ter grootte van het te verevenen ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen.

De Rechtbank Oost-Brabant stelt dat de ex op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid wel aanspraak zou kunnen maken op afstorting van het pensioenkapitaal dat haar toekomt bij een externe pensioenverzekeraar. De rechtbank komt tot dit oordeel omdat de pensioenaanspraken van de ex gevaar lopen als gevolg van een substantiële lening van de BV aan de DGA en het verlopen van een verstrekte bankgarantie.

Belang voor de praktijk

De Hoge Raad heeft in een tweetal arresten (HR 9 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ2658, en HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:693) bepaald dat een dga in zijn algemeenheid op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid zorg dient te dragen voor afstorting bij een externe pensioenverzekeraar van het kapitaal dat nodig is voor het aan een ex-partner toekomend deel van de pensioenaanspraak. Bij de beoordeling van een concreet geval dienen alle relevante omstandigheden mee te wegen.

Er is op dit moment nog geen vergelijkbare jurisprudentie met betrekking tot het verplicht afstorten van een ODV-aanspraak waar een ex-partner recht op heeft. Het ligt in de lijn van de verwachting dat de verplichting tot afstorten niet alleen geldt voor pensioenaanspraken maar ook voor ODV-aanspraken. Het is wachten op de eerste uitspraak.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Loonbelasting

10

Gerelateerde artikelen