Door recente jurisprudentie en wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOR) wijken de voorwaarden voor het toepassen van de doorschuifregelingen (DSR) voor winstgenieters in de nabije toekomst steeds meer af van de voorwaarden voor het toepassen van de DSR voor aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders). Rudolf Bakker, docent belastingrecht en promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelt in het Weekblad fiscaal recht dat deze afwijkingen kunnen leiden tot problemen voor de wetgever.
De wetgever is de afgelopen tijd druk bezig geweest om de BOR en de DSR voor ab-houders meer doelmatig te maken, maar is daarbij volgens Bakker de samenhang met de DSR voor winstgenieters uit het oog verloren. "Deze omissie leidt tot enkele problemen die relatief gemakkelijk voorkomen hadden kunnen worden. Daarnaast heeft de wetgever een kans laten liggen door geen duidelijkheid te scheppen over wat het arrest van de Hoge Raad van 18 augustus 2023 betekent voor de vermogensetikettering bij toepassing van de DSR", zo schrijft de fiscalist in zijn bijdrage.
Bakker doet aanbevelingen rond de vermogensetikettering en de dienstbetrekkingseis om de problemen, die ontstaan door het hanteren van ongelijke voorwaarden voor de verschillende DSR, op te lossen dan wel te voorkomen.
----------------------------------------
Het artikel van Rudolf Bakker onder de titel 'De doorschuifregelingen: verschillend maar toch gelijk' (WFR 2024/214) is te lezen op het informatieplatform InView (login vereist).
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting