De NOB stelt 65 vragen in haar commentaar op de wetsvoorstellen uit het Pakket Belastingplan 2022. Het pakket bestaat uit de volgende wetsvoorstellen: Belastingplan 2022 (35 927), Overige fiscale maatregelen 2022 (35 928), wetsvoorstel Implementatie belastingplichtmaatregel ATAD2 (35 931), wetsvoorstel Aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten (35 929), wetsvoorstel Delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen (35 930) en wetsvoorstel Verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijks wijzigen bedragen heffingsverminderingen (35 932).
De Orde heeft vragen over de gerichte vrijstelling voor de thuiswerkvergoeding uit het Belastingplan 2022, met name over de samenloop tussen de reiskostenvergoeding en de thuiswerkvergoeding. De Orde vraagt verder om het weglaten van de temporele beperking verrekening voorheffingen met de Vennootschapsbelasting (Sofina). Ook over de voorgestelde wijzigingen in de overdrachtsbelasting heeft de Orde een aantal vragen. Zo wil de Orde weten waarom geen terugwerkende kracht wordt verleend aan de voorgestelde vrijstelling ter zake van een woning met een verkoopregulerend beding.
De Orde vindt de eigenwoningregeling volstrekt onuitvoerbaar, ook na de voorgestelde aanpassingen in de Overige fiscale maatregelen 2022. Daarnaast spreekt de Orde haar teleurstelling uit dat box 3 nog steeds niet wordt gewijzigd in de zo dringend gewenste heffing over het daadwerkelijke rendement. De Orde stelt onder meer voor om de spaar- en beleggingsmix in de eerste schijf (tot 50.650 euro) van box 3 te wijzigen in 100 procent sparen (in plaats van 67 procent sparen en 33 procent beleggen).
Naar aanleiding van het wetsvoorstel Implementatie belastingplichtmaatregel ATAD2 stelt de NOB vragen over subjectief vrijgestelde deelnemers in de omgekeerde hybride, over complicaties die zich kunnen voordoen bij indirecte belangen en over de documentatieverplichting. Ook herhaalt de Orde haar verzoek in het commentaar op het consultatiedocument om te bevestigen dat de invoering van het wetsvoorstel de bestaande behandeling van zogenoemde open CV’s ongemoeid laat en vraagt de Orde zich af of een fonds voor gemene rekening als een samenwerkingsverband in de zin van artikel 2 lid 12 Wet Vpb 1969 wordt aangemerkt.
In het commentaar op het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten vraagt de Orde om een regeling voor andere aandelengerelateerde beloningsvormen zoals bijvoorbeeld Restricted Stock Units (RSU’s). Verder stelt de Orde meerdere vragen over het heffingsmoment en de keuzeregeling.
Bron: NOB