De Belastingdienst gaat dit jaar het toezicht op Verenigingen van Eigenaars (VvE's) en stichtingen en verenigingen in de sportbranche intensiveren. Het strengere toezicht is onderdeel van een programma waarmee de Belastingdienst in 2017 is gestart om onbeschreven stichtingen en verenigingen (zogenoemde stivers) te controleren op hun belastingplicht.
Reden voor een strenger toezicht op deze rechtsvormen is dat stivers vaak veronderstellen dat er geen belastingplicht is als in de oprichtingsakte geen winstoogmerk is opgenomen. Ondernemen stivers echter dezelfde economische activiteiten als bedrijven, dan gelden ook dezelfde fiscale regels. Vele stivers ondernemen activiteiten die kunnen leiden tot een belastingplicht voor de loonheffing, omzetbelasting en/of vennootschapsbelasting. Denk hierbij aan bijvoorbeeld fondsenwerving. Door het herbeoordelen van de belastingplicht van stivers wil de Belastingdienst oneerlijke concurrentie met het bedrijfsleven bestrijden.
Bij de aanpak van de onbeschreven stivers zet de Belastingdienst in op voorlichting. De Belastingdienst pakt de voorlichting en herbeoordeling per branche op. Voor dit jaar start de fiscus dus met de sportbranche en de Verenigingen van Eigenaars (VvE’s). Daarna volgen andere branches. Het is de bedoeling om samen te werken met koepels, bonden, notarissen en de Kamer van Koophandel.
Belastingplicht stivers
Zodra de Belastingdienst belastingplicht constateert bij een stiver, zal deze ingaan met ingang van het volgende jaar. De belastingplicht gaat eerder in als sprake is van constructies en/of serieuze concurrentie. De Belastingdienst reikt de eerste aangifte(n) centraal vanuit Maastricht uit. Na het eerste heffingsjaar en het afronden van een eventueel bezwaar of beroep draagt kantoor Maastricht de behandeling over aan het belastingkantoor in de regio van de stiver.
Vrijstellingen
Als een stiver belastingplichtig is voor de loonheffing, omzetbelasting en/of vennootschapsbelasting wil dat nog niet altijd zeggen dat zij belasting moet betalen. Er kan een vrijstelling van toepassing zijn.
Loonheffingen
De vrijwilligersregeling kan van toepassing zijn als de stiver gebruikmaakt van vrijwilligers. Een vrijwilliger mag in 2019 voor zijn arbeid en eventuele andere kosten, onbelast maximaal € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar ontvangen. Dit is inclusief vergoedingen en verstrekkingen in natura. Tot en met 2018 was dit € 150 per maand en € 1.500 per kalenderjaar. Als de vergoeding deze bedragen overschrijdt, mag uw klant de vrijwilligersregeling niet toepassen.
De vrijwilligersregeling is ook niet van toepassing als de stichting of vereniging belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Sportorganisaties en Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) vormen een uitzondering op deze regel.
Omzetbelasting
Diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding, zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Dit met uitzondering van:
- het verlenen van toegang tot wedstrijden, demonstraties en dergelijke;
- het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die op grond van objectieve kenmerken niet geschikt zijn voor sportbeoefening.
De sportvrijstelling is sinds 1 januari 2019 verruimd. Door deze verruiming zijn sportdiensten aan niet-leden en het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie ook vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt alleen als de instelling geen winstoogmerk heeft.
Daarnaast kan de sportbranche gebruikmaken van de vrijstelling voor fondsenwerving. Om concurrentieverstoring te voorkomen, is deze vrijstelling beperkt. Dit geldt voor leveringen tot € 68.067 en diensten tot € 22.689, zodra deze van bijkomstige aard zijn. (Voor sport geldt een verhoogde dienstenvrijstelling tot € 50.000.)
Op 1 januari 2020 treedt de nieuwe kleineondernemersregeling in werking. In Nederland gevestigde stivers met minder dan € 20.000 omzet kunnen dan kiezen voor vrijstelling.
Vennootschapsbelasting
Stichtingen en verenigingen zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting als:
- de fiscale winst in een jaar niet meer bedraagt dan €15.000; of
- de fiscale winst in een jaar en de daaraan voorafgaande 4 jaren bij elkaar niet meer is dan € 75.000.
Voldoet de stiver hieraan, dan hoeft zij geen aangifte vennootschapsbelasting te doen.
Bron: Redactie TaxLive