Het rapport over de rol van de toeslagenschandaal bij uithuisgeplaatste kinderen is "ronduit confronterend", vindt advocaat Khadija Bozia, voorzitter van de Werkgroep Toeslagenadvocaten. "Wat nu nodig is, is erkenning van kinderen als zelfstandige gedupeerden, herbeoordeling van maatregelen, en échte ondersteuning. Geen woorden meer. De erkenning is er, nu naar herstel."

Volgens Bozia maken de bevindingen van de commissie onder leiding van Mariëtte Hamer "pijnlijk duidelijk dat de overheid haar rechtsstatelijke plicht heeft verzaakt". De advocaat van de werkgroep die gedupeerde ouders bijstaat, zegt dat het beeld dat de commissie schetst "helaas herkenbaar" is. "Een systeem waarin de overheid, met de Belastingdienst als hoofdrolspeler, op grove wijze heeft gefaald en waarin dit falen rechtstreeks heeft bijgedragen aan de gedwongen uithuisplaatsing van kinderen."

Het rapport bevestigt volgens Bozia wat ouders al jarenlang ervaren. "De overheid heeft hen niet beschermd, maar beschadigd. Uithuisplaatsingen vonden plaats zonder dat de werkelijke oorzaken - schulden en stress door onterechte terugvorderingen - werden gezien. De gevolgen voor kinderen zijn diep en blijvend."

In haar aanbevelingen pleitte ook de commissie-Hamer ervoor uithuisgeplaatste kinderen "zelfstandig als gedupeerde te erkennen". Zij zouden naast de al bestaande kindregeling "ruimhartige" financiële ondersteuning en begeleiding moeten krijgen, "zonder bureaucratie", zei Hamer bij de presentatie van haar rapport. De gevolgen van het toeslagenschandaal voor kinderen zijn tot nu toe "nog onvoldoende erkend", aldus de commissievoorzitter.

Rapport

De commissie heeft gesproken met gezinnen die te maken hebben gehad met zowel terugvorderingen van toeslagen als uithuisplaatsing van een of meer kinderen. Bij al deze gezinnen was de ontspoorde fraudejacht door de Belastingdienst van invloed op de gezinssituatie die leidde tot uithuisplaatsing. Een aantal uithuisplaatsingen had zonder deze hardvochtige aanpak door de fiscus "waarschijnlijk niet plaatsgevonden".

Schulden en armoede als gevolg van het stopzetten en terugvorderen van toeslagen haalden vaak de stabiliteit van het gezin onderuit. Daardoor ontstonden problemen die er eerst niet waren, of groeiden problemen die tot dan toe beheersbaar waren het gezin boven het hoofd. De gevolgen voor getroffen kinderen zijn "zeer groot en naar verwachting blijvend", en kunnen zelfs nog doorwerken wanneer zij zelf kinderen krijgen.

Sinds bekend werd dat ruim 2000 kinderen van gedupeerden in het toeslagenschandaal uit huis zijn geplaatst, is er al discussie over de vraag of er ook een oorzakelijk verband bestaat. De commissie-Hamer is ingesteld om op die vraag een antwoord te geven. Zij sprak met gedupeerden, kinderen en hulpverleners en deed onderzoek naar de dossiers en persoonlijke situatie van getroffen gezinnen.

Dat de toeslagenproblematiek zo'n grote rol speelde, neemt niet weg dat ook de jeugdzorg steken liet vallen. De commissie stelt vast "dat de hulpverlenende instanties niet in staat waren de neerwaartse spiraal bij gezinnen te herkennen". Problemen werden daardoor niet effectief aangepakt. Hulpverleners werden daarnaast "beïnvloed" door de wetenschap dat ouders door de Belastingdienst als fraudeur waren bestempeld.

Precieze aantallen worden niet genoemd. Statistiekbureau CBS wilde geen gegevens beschikbaar stellen omdat met de beschikbare data geen "geschikte vergelijkingsgroep" kon worden samengesteld. "Hierdoor is de commissie beperkt en belemmerd in haar werk." Deze opstelling van het CBS draagt niet bij aan "het noodzakelijke herstel van vertrouwen" tussen gedupeerden en de overheid, vindt de commissie.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

76

Gerelateerde artikelen