Werknemers met een minimumloon en een werkweek van meer dan 36 uur gaan er dit jaar netto het meest op vooruit. Dit komt doordat het minimumloon met ingang van dit jaar niet meer per maand, week of dag, maar per uur wordt berekend.
Dat meldt salarisdienstverlener ADP Nederland. Wie veertig uur per week werkt en het minimumloon verdient, krijgt vergeleken met 2023 vier uur extra per week betaald.
Het verschil kan fors hoger uitpakken. In de bouwsector leidt deze verandering bij een 40-urige werkweek tot een netto stijging van 205 euro per maand. In de sector metaal en techniek is de toename 254 euro. Bij de overheid en in de sector zorg en welzijn bedraagt de stijging respectievelijk 112 en 116 euro per maand.
Werknemers met een modaal salaris gaan er ook op vooruit. In de sector metaal en techniek en bij de overheid gaat het om een maandelijkse stijging van 74 euro, bij zorg en welzijn en de transportsector is het 73 euro. In de bouwsector houden werknemers 75 euro meer over.
Voor jongeren onder de 21 jaar kan het netto salaris lager uitvallen door de verlaging van de aanvangsleeftijd voor pensioendeelname van 21 naar 18 jaar. Dit betekent dat ze vanaf 2024, als er tenminste sprake is van een pensioenregeling bij de werkgever, vanaf een jongere leeftijd verplicht pensioenpremies moeten betalen.
Bron: ADP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Employee benefits, Salarisadministratie, Loonbelasting