
De rechtbank in Den Bosch heeft Peter Gillis veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Dat gebeurde in een zaak waarin de realityster en vastgoedondernemer werd verdacht van onder meer het jarenlang plegen van belastingfraude.
Het Openbaar Ministerie (OM) had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, waarvan zes voorwaardelijk. Gillis werd met zijn bv's verdacht van belastingfraude, het onjuist voeren en bewaren van administratie, het verstrekken van onjuiste gegevens aan de Belastingdienst en het niet tijdig doen van belastingaangifte.
Volgens de rechter was Gillis de "allesbepalende en aansturende kracht achter de fraude". Ook Gillis' dochter en ex-vrouw werden verdacht van betrokkenheid, wat de rechter bewezen achtte. Zij kregen een taakstraf van respectievelijk 240 uur en 180 uur, evenals een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden.
De fraude kwam aan het licht nadat de Belastingdienst in december 2016 een onderzoek had geopend naar de administratie van de vakantieparkketen van Gillis, bekend van de realityserie Familie Gillis: Massa is Kassa. Daaruit kwam naar voren dat er binnen het bedrijf een geldstroom moest zijn die niet in de administratie zichtbaar was en niet bekend was bij de accountant en de Belastingdienst. Dat bleek het verhuren van vakantiehuisjes te zijn via contante betalingen.
Meerdere gemeenten hebben Gillis aangepakt voor het illegaal huisvesten van arbeidsmigranten, het niet betalen van toeristenbelasting, het uitbaten van horeca zonder vergunning, illegale uitbreiding en het laten verloederen van zijn parken.
Hoger beroep
Peter Gillis gaat in hoger beroep tegen de celstraf die hij opgelegd heeft gekregen. "De verdediging is teleurgesteld in het oordeel van de rechtbank. In het bijzonder omdat de verdediging van mening is dat de verdachten geen eerlijk proces hebben gehad. Een van de fundamenten van onze rechtsstaat."
De advocaten stellen onder meer dat er een inbreuk op het verschoningsrecht heeft plaatsgevonden. Daarmee verwijzen ze naar het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook 'verschonen' van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen