Wanneer een gemeente ervoor kiest om in de belastingverordening te bepalen dat zonnepanelen niet worden betrokken in de heffing van de ozb, dan zal men bij het opleggen van de ozb-aanslag een lagere heffingsmaatstaf moeten hanteren dan de vastgestelde WOZ-waarde.

De Waarderingskamer zal in haar toezicht beoordelen of een gemeente op een adequate wijze de aanwezigheid van zonnepanelen (en andere relevante duurzaamheidsaspecten) heeft betrokken in de marktanalyse en, op basis van de resultaten hiervan, in de waardebepaling voor de Wet WOZ. De Waarderingskamer constateert daarnaast dat in toenemende mate landelijke marktanalyses uitwijzen dat duurzaamheidsinvesteringen, waaronder investeringen in zonnepanelen, inderdaad een significante invloed hebben (krijgen) op de marktwaarde van woningen.

Motie zonnepanelen afgewezen

De Tweede Kamer heeft overigens vorige week een motie van Alexander Kops (PVV) en Sandra Beckerman (SP) om zonnepanelen niet mee te rekenen als onderdeel van de WOZ-waarde van woningen afgewezen. Alleen SP, de Partij voor de Dieren, Denk, PVV en Forum voor Democratie stemden voor de motie en dat is niet genoeg voor een Kamermeerderheid. De motie was opgesteld naar aanleiding van een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden dat bepaalde dat gemeenten zonnepanelen mogen meerekenen bij het vaststellen van de WOZ-waarde van een woning.

Bedrijfsmatig gebruik

De Waarderingskamer heeft in de vraag-en-antwoord ook een toelichting gegeven op de toepassing van de werktuigenvrijstelling en de cultuurgrondvrijstelling van de Wet WOZ.

Bron: Waarderingskamer