Fiscaliste Bernadette Roos-van Diemen staat stil bij het 25-jarig bestaan van de Landelijke Landbouwnormen.
25 jaar geleden kreeg ik een zoon, de eerstgeborene. De dagen waren nadien van de vroege ochtend tot de late avond gevuld met kind-man-huis-sport en veel belastingadvies. Als ik op maandag na afloop van de werkdag mijn zoon ophaalde bij de oppas gaf ze me mee dat ‘Victor heerlijk had bijgeslapen'. Het was een verkapt advies aan de jonge moeder om het in de weekenden ietsjes rustiger aan te doen. Victor sliep een gat in de dag om bij te tanken, want ook het weekend stond bol van activiteiten. Het heeft nog enige jaren geduurd voordat ik door had dat kinderen floreren, in het bijzonder zoon Victor, bij rust, reinheid en regelmaat.
En nu de parallel met de Landelijke Landbouwnormen. Die doen me denken aan rust, reinheid en regelmaat. Ofwel saai, braaf en repeterend. Maar met het verstrijken van de jaren is het inzicht gekomen -overigens pas veel later en bij toeval omdat ik als secretaris van de VLB aan de ‘zijlijn' meeloop bij de totstandkoming- dat de Landelijke Landbouwnormen een ‘instituut' zijn om te koesteren.
De Landbouwnormen zijn in vijfentwintig jaar uitgegroeid tot een publicatie van formaat, letterlijk en figuurlijk. De inhoud (ruim 80 pagina's) wordt op de website van de Belastingdienst gepubliceerd, op de landbouwpagina (www.belastingdienst.nl/landbouw). De Belastingdienst publiceert de normen rondom de jaarwisseling. Vergeet vooral niet de verklarende woordenlijst door te nemen. Wat te denken van woorden als: fokbok, guste zeug, nuka, ruikip, snede, speenbig, groenbemester en geboortewaarde. Die woorden zijn bruikbaar om extra punten te scoren bij Scrabble maar zijn bovenal veelzeggend voor de specifieke deskundigheid waar de Landelijke Landbouwnormen van zijn doordrenkt. Aan de totstandkoming werken zo'n 45 vakspecialisten van de Belastingdienst en het ‘landbouwbedrijfsleven' mee. Nederland kent 64.000 land- en tuinbouwbedrijven die de normen toepassen.
De landbouwnormen worden door alle eenheden van de Belastingdienst gebruikt, ongeacht of de agrarische ondernemer onder de Belastingdienst in Noord, Oost, Zuid, Midden of West-Nederland valt. De Belastingdienst wijkt hier niet van af. Voor de agrarisch ondernemer, heeft dit als voordeel dat hij weet waar hij aan toe is. De ondernemer heeft de zekerheid dat als hij zich aan deze normen houdt, de Belastingdienst hiermee akkoord gaat. En als de agrarisch ondernemer van de normen afwijkt, dan moet hij dat expliciet aangeven in zijn belastingaangifte. In dat geval verzekert de agrarisch ondernemer zich van extra aandacht van de zijde van de Belastingdienst. Maar hoe dan ook, de agrarisch ondernemer mag van de normen afwijken, als hij daar een goed verhaal bij heeft. Voor privégebruik van eigen producten gelden geen normen, maar richtlijnen. Indien de richtlijnen niet ‘passen', in de persoonlijke situatie van de agrarisch ondernemer, kan hij daarvan afwijken.
In de praktijk besteedt de agrarische ondernemer het indienen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting uit aan zijn accountant en maakt de accountant gebruik van landbouwnormen. Zonder die normen immers zou hij voor ieder afzonderlijk agrarische bedrijf per balansdatum een waarde van alle activa en voorraden vast moeten stellen.
De wijze waarop de Landelijke Landbouwnormen tot stand komen ´verwondert´. De Belastingdienst stelt formeel de landbouwnormen vast, maar in feite stellen de Belastingdienst en het ‘landbouwbedrijfsleven' de normen samen vast. De Belastingdienst publiceert de normen daarna, waardoor de agrarisch ondernemer er op kan vertrouwen dat de norm door de Belastingdienst als juist aanvaard wordt. Daar waar de normen voorheen in een beleidsbesluit werden vastgelegd, worden ze dat nu al jarenlang niet meer. Hieruit blijkt dat men er in de praktijk ‘op vertrouwen' kan, dus ook nog landelijk tot aanvaardbare afspraken kan komen met de Belastingdienst zonder dat dit in een besluit van de staatssecretaris moet te worden bevestigd.
Met zoon Victor gaat het overigens goed.
---------------------------------------------------------------
In de Landelijke Landbouwnormen staan de normbedragen die worden vastgesteld om op een praktische wijze tot een juiste balanswaardering en jaarwinstbepaling te komen. Deze normen gelden alleen voor ondernemers en alleen voor agrarische activiteiten in Nederland. Ondernemers moeten de normen gebruiken om de jaarwinst van het bedrijf te bepalen en aan te geven in de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. De Landelijke Landbouwnormen worden vastgesteld door het Platform Landbouw, een samenwerkingsverband tussen de Belastingdienst en LTO Nederland, in overleg met het landbouwbedrijfsleven, waaronder de VLB.
23